Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate tractors

Translate tractors from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

tractor:
- tirador; tractor
Wiktionary:
- tractor → tractor
- tractor → tractor

Dutch

Detailed Translations for tractors from Dutch to Spanish

tractor:

tractor [de ~ (m)] noun

de tractor (trekker)
el tirador; el tractor
- tirador [el ~] noun
- tractor [el ~] noun
de tractor
el tractor
- tractor [el ~] noun

Translation Matrix for tractor:

Noun	Related Translations	Other Translations
tirador	tractor; trekker	arkebussier; deurklink; greep; handel; handgreep; handvat; hendel; klink; klovenier; konstabel; kruk; scherpschutter; schutter; tirailleur; trekkoord
tractor	tractor; trekker

Related Words for "tractor":

tractoren, tractors

Synonyms for "tractor":

trekker

Related Definitions for "tractor":

voertuig met grote achterwielen dat iets kan trekken¹
- een tractor sleepte de auto uit de modder¹

Wiktionary Translations for tractor:

tractor

noun

motorvoertuig
- tractor → tractor

Cross Translation:

From	To	Via
• tractor	→ tractor	↔ tractor — farm vehicle
• tractor	→ tractor	↔ tracteur — machine qui sert à tirer, véhicule qui sert à remorquer.

¹Muiswerk Woordenboek