Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate treinen

Translate treinen from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

treinen:
- trenes
- viajar en tren
trein:
- tren; ferrocarril
Wiktionary:
- trein → tren

Dutch

Detailed Translations for treinen from Dutch to Spanish

treinen:

treinen [de ~] noun, plural

de treinen (treinstellen)
el trenes
- trenes [el ~] noun

treinen verb

treinen (met de trein reizen)
viajar en tren
- viajar en tren verb

Translation Matrix for treinen:

Noun	Related Translations	Other Translations
trenes	treinen; treinstellen
Verb	Related Translations	Other Translations
viajar en tren	met de trein reizen; treinen

Related Words for "treinen":

trein

trein:

trein [de ~ (m)] noun

de trein (spoortrein)

– voertuig dat over rails rijdt van het ene station naar het andere ¹
el tren; el ferrocarril
- tren [el ~] noun
- ferrocarril [el ~] noun

Translation Matrix for trein:

Noun	Related Translations	Other Translations
ferrocarril	spoortrein; trein	baan; rails; sleep; spoor; spoorbaan; spoorweg
tren	spoortrein; trein	personentrein; sleep

Related Words for "trein":

treinen, treintje, treintjes

Related Definitions for "trein":

voertuig dat over rails rijdt van het ene station naar het andere¹
- we gaan met de trein naar Amsterdam¹

Wiktionary Translations for trein:

Cross Translation:

From	To	Via
• trein	→ tren	↔ Zug — mehrere hintereinander gekoppelte Fahrzeuge (speziell auf Schienen)
• trein	→ tren	↔ train — line of connected cars or carriages
• trein	→ tren	↔ train — ferro\|fr convoi ferroviaire constitué d’au moins une locomotive et de wagons. note S’emploie, plus rarement, en astronautique et dans les transports routiers.

Related Translations for treinen

¹Muiswerk Woordenboek