Dutch
Detailed Translations for uit de weg ruimen from Dutch to Spanish
uit de weg ruimen:
uit de weg ruimen verb (ruim uit de weg, ruimt uit de weg, ruimde uit de weg, ruimden uit de weg, uit de weg geruimd)
-
uit de weg ruimen (liquideren; afmaken; koudmaken)
Conjugations for uit de weg ruimen:
o.t.t.
- ruim uit de weg
- ruimt uit de weg
- ruimt uit de weg
- ruimen uit de weg
- ruimen uit de weg
- ruimen uit de weg
o.v.t.
- ruimde uit de weg
- ruimde uit de weg
- ruimde uit de weg
- ruimden uit de weg
- ruimden uit de weg
- ruimden uit de weg
v.t.t.
- heb uit de weg geruimd
- hebt uit de weg geruimd
- heeft uit de weg geruimd
- hebben uit de weg geruimd
- hebben uit de weg geruimd
- hebben uit de weg geruimd
v.v.t.
- had uit de weg geruimd
- had uit de weg geruimd
- had uit de weg geruimd
- hadden uit de weg geruimd
- hadden uit de weg geruimd
- hadden uit de weg geruimd
o.t.t.t.
- zal uit de weg ruimen
- zult uit de weg ruimen
- zal uit de weg ruimen
- zullen uit de weg ruimen
- zullen uit de weg ruimen
- zullen uit de weg ruimen
o.v.t.t.
- zou uit de weg ruimen
- zou uit de weg ruimen
- zou uit de weg ruimen
- zouden uit de weg ruimen
- zouden uit de weg ruimen
- zouden uit de weg ruimen
en verder
- ben uit de weg geruimd
- bent uit de weg geruimd
- is uit de weg geruimd
- zijn uit de weg geruimd
- zijn uit de weg geruimd
- zijn uit de weg geruimd
diversen
- ruim uit de weg!
- ruimt uit de weg!
- uit de weg geruimd
- uit de weg ruimend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uit de weg ruimen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
eliminar | doden; van kant maken; wegruimen | |
liquidar | auctie; betalen; dokken; veiling; veilinggebouw; verkoping; verkoping per opbod; voldoen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
eliminar | afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen | aanrekenen; aanwrijven; afschrijven; berispen; beschuldigen; blameren; diskwalificeren; doorhalen; gispen; laken; liquideren; nadragen; royeren; schrappen; te niet doen; uitroeien; uitsluiten; verwijderen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden |
liquidar | afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen | aanzuiveren; liquideren; nabetalen; opdoeken; opheffen; uitroeien; uitverkopen |