Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. uitkomen op:


Dutch

Detailed Translations for uitkomen op from Dutch to Spanish

uitkomen op:

uitkomen op verb (kom uit op, komt uit op, kwam uit op, kwamen uit op, uitgekomen op)

  1. uitkomen op (eindigen op)

Conjugations for uitkomen op:

o.t.t.
  1. kom uit op
  2. komt uit op
  3. komt uit op
  4. komen uit op
  5. komen uit op
  6. komen uit op
o.v.t.
  1. kwam uit op
  2. kwam uit op
  3. kwam uit op
  4. kwamen uit op
  5. kwamen uit op
  6. kwamen uit op
v.t.t.
  1. ben uitgekomen op
  2. bent uitgekomen op
  3. is uitgekomen op
  4. zijn uitgekomen op
  5. zijn uitgekomen op
  6. zijn uitgekomen op
v.v.t.
  1. was uitgekomen op
  2. was uitgekomen op
  3. was uitgekomen op
  4. waren uitgekomen op
  5. waren uitgekomen op
  6. waren uitgekomen op
o.t.t.t.
  1. zal uitkomen op
  2. zult uitkomen op
  3. zal uitkomen op
  4. zullen uitkomen op
  5. zullen uitkomen op
  6. zullen uitkomen op
o.v.t.t.
  1. zou uitkomen op
  2. zou uitkomen op
  3. zou uitkomen op
  4. zouden uitkomen op
  5. zouden uitkomen op
  6. zouden uitkomen op
diversen
  1. kom uit op!
  2. komt uit op!
  3. uitgekomen op
  4. uitkomend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitkomen op:

VerbRelated TranslationsOther Translations
desembocar en eindigen op; uitkomen op culmineren; resulteren; uitkomen bij; uitmonden; uitstromen; uitvloeien in
tener como resultado eindigen op; uitkomen op resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitmonden
terminar en eindigen op; uitkomen op culmineren; ontaarden; resulteren; uitkomen bij; uitlopen op; uitvloeien in

Related Translations for uitkomen op