Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. velen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for veelden from Dutch to Spanish

veelden form of velen:

velen verb (veel, veelt, veelde, veelden, geveeld)

  1. velen (verdragen; dulden)

Conjugations for velen:

o.t.t.
  1. veel
  2. veelt
  3. veelt
  4. velen
  5. velen
  6. velen
o.v.t.
  1. veelde
  2. veelde
  3. veelde
  4. veelden
  5. veelden
  6. veelden
v.t.t.
  1. heb geveeld
  2. hebt geveeld
  3. heeft geveeld
  4. hebben geveeld
  5. hebben geveeld
  6. hebben geveeld
v.v.t.
  1. had geveeld
  2. had geveeld
  3. had geveeld
  4. hadden geveeld
  5. hadden geveeld
  6. hadden geveeld
o.t.t.t.
  1. zal velen
  2. zult velen
  3. zal velen
  4. zullen velen
  5. zullen velen
  6. zullen velen
o.v.t.t.
  1. zou velen
  2. zou velen
  3. zou velen
  4. zouden velen
  5. zouden velen
  6. zouden velen
diversen
  1. veel!
  2. veelt!
  3. geveeld
  4. velend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for velen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aguantar dulden; velen; verdragen doorleven; doormaken; doorstaan; dragen; dulden; harden; iets verduren; in leven blijven; incasseren; opvangen; overleven; standhouden; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; verteren; volhouden; welgevallen; zich staande houden

Related Words for "velen":


Wiktionary Translations for velen:


Cross Translation:
FromToVia
velen muchos many — an indefinite large number of people or things
velen sufrir; padecer endurersouffrir, supporter avec fermeté, constance.
velen padecer souffrirsentir de la douleur.
velen tolerar tolérersupporter.

External Machine Translations: