Summary
Dutch
Detailed Translations for veinzend from Dutch to Spanish
veinzend:
-
veinzend (voorwendend; huichelend)
Translation Matrix for veinzend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
con hipocresía | huichelend; veinzend; voorwendend | |
simulante | huichelend; veinzend; voorwendend |
veinzend form of veinzen:
-
veinzen (fingeren; simuleren; voorwenden)
Conjugations for veinzen:
o.t.t.
- veins
- veinst
- veinst
- veinzen
- veinzen
- veinzen
o.v.t.
- veinsde
- veinsde
- veinsde
- veinsden
- veinsden
- veinsden
v.t.t.
- heb geveinsd
- hebt geveinsd
- heeft geveinsd
- hebben geveinsd
- hebben geveinsd
- hebben geveinsd
v.v.t.
- had geveinsd
- had geveinsd
- had geveinsd
- hadden geveinsd
- hadden geveinsd
- hadden geveinsd
o.t.t.t.
- zal veinzen
- zult veinzen
- zal veinzen
- zullen veinzen
- zullen veinzen
- zullen veinzen
o.v.t.t.
- zou veinzen
- zou veinzen
- zou veinzen
- zouden veinzen
- zouden veinzen
- zouden veinzen
diversen
- veins!
- veinst!
- geveinsd
- veinzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for veinzen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
pretender | aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
fingir | fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden | acteren; beweren; doen voorkomen; huichelen; iemand begunstigen; komedie spelen; pretenderen; stellen; toneelspelen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voortrekken; zich aanstellen |
pretender | fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden | aanmatigen; ambiëren; bedoelen; beweren; ergens iets mee willen zeggen; huichelen; menen; pretenderen; stellen; van mening zijn; verklaren; voorgeven; zich verbeelden |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fingir | doende |
Wiktionary Translations for veinzen:
veinzen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• veinzen | → fingir | ↔ affect — to make a false display of |
• veinzen | → imaginar; inventar | ↔ feign — to give a mental existence to something |
• veinzen | → fingir | ↔ feign — to make a false copy |
• veinzen | → fingir; afectar | ↔ affecter — Feindre ou exagérer certains sentiments, certaines qualités (2) |
External Machine Translations: