Dutch
Detailed Translations for verdrukken from Dutch to Spanish
verdrukken:
-
verdrukken
Conjugations for verdrukken:
o.t.t.
- verdruk
- verdrukt
- verdrukt
- verdrukken
- verdrukken
- verdrukken
o.v.t.
- verdrukte
- verdrukte
- verdrukte
- verdrukten
- verdrukten
- verdrukten
v.t.t.
- heb verdrukt
- hebt verdrukt
- heeft verdrukt
- hebben verdrukt
- hebben verdrukt
- hebben verdrukt
v.v.t.
- had verdrukt
- had verdrukt
- had verdrukt
- hadden verdrukt
- hadden verdrukt
- hadden verdrukt
o.t.t.t.
- zal verdrukken
- zult verdrukken
- zal verdrukken
- zullen verdrukken
- zullen verdrukken
- zullen verdrukken
o.v.t.t.
- zou verdrukken
- zou verdrukken
- zou verdrukken
- zouden verdrukken
- zouden verdrukken
- zouden verdrukken
diversen
- verdruk!
- verdrukt!
- verdrukt
- verdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verdrukken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
oprimir | verdrukken | beklemmen; benauwen; butsen; een deuk maken in; indeuken; indrukken; induwen; naar beneden drukken; persen |