Dutch
Detailed Translations for verfijnd from Dutch to Spanish
verfijnd:
-
verfijnd (modieuze verfijning; esthetisch; stijlvol; elegant; chic; smaakvol)
elegante; gracioso; de mucho estilo; distinguido; destacado; airoso; de buen gusto; con gracia; de postín; correcto; correctamente; aristocrático; con estilo-
elegante adj
-
gracioso adj
-
de mucho estilo adj
-
distinguido adj
-
destacado adj
-
airoso adj
-
de buen gusto adj
-
con gracia adj
-
de postín adj
-
correcto adj
-
correctamente adj
-
aristocrático adj
-
con estilo adj
-
-
verfijnd (smaakvol; esthetisch; elegant; geraffineerd; chic; stijlvol)
distinguido; gracioso; elegante; destacado; con gracia; con estilo; de mucho estilo; perfeccionado; de buen gusto-
distinguido adj
-
gracioso adj
-
elegante adj
-
destacado adj
-
con gracia adj
-
con estilo adj
-
de mucho estilo adj
-
perfeccionado adj
-
de buen gusto adj
-
-
verfijnd (fijntjes; fijnzinnig)
delicado; delicadamente; fino; sutil; finamente-
delicado adj
-
delicadamente adj
-
fino adj
-
sutil adj
-
finamente adj
-
Translation Matrix for verfijnd:
Related Words for "verfijnd":
verfijnen:
-
verfijnen (veredelen)
Conjugations for verfijnen:
o.t.t.
- verfijn
- verfijnt
- verfijnt
- verfijnen
- verfijnen
- verfijnen
o.v.t.
- verfijnde
- verfijnde
- verfijnde
- verfijnden
- verfijnden
- verfijnden
v.t.t.
- heb verfijnd
- hebt verfijnd
- heeft verfijnd
- hebben verfijnd
- hebben verfijnd
- hebben verfijnd
v.v.t.
- had verfijnd
- had verfijnd
- had verfijnd
- hadden verfijnd
- hadden verfijnd
- hadden verfijnd
o.t.t.t.
- zal verfijnen
- zult verfijnen
- zal verfijnen
- zullen verfijnen
- zullen verfijnen
- zullen verfijnen
o.v.t.t.
- zou verfijnen
- zou verfijnen
- zou verfijnen
- zouden verfijnen
- zouden verfijnen
- zouden verfijnen
diversen
- verfijn!
- verfijnt!
- verfijnd
- verfijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verfijnen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
mejorar | verbeteren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
afinar | veredelen; verfijnen | |
mejorar | veredelen; verfijnen | beter worden; beteren; bijwerken; corrigeren; goed gaan; goedmaken; herstellen; herzien; het goed maken; leven beteren; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; progressie maken; renoveren; repareren; restaureren; verbeteren; vooruitbrengen; vooruitgang boeken |
perfeccionar | veredelen; verfijnen | beteren; bijleren; bijschaven; bijwerken; compleet maken; completeren; corrigeren; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; goedmaken; herstellen; herzien; leven beteren; perfectioneren; renoveren; repareren; verbeteren; vervolledigen; volledig maken |
refinar | veredelen; verfijnen | bijleren; bijschaven; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; kapot maken; perfectioneren; raffineren; slechten |