Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- voorschoten:
- voorschot:
- voorschieten:
-
Wiktionary:
- voorschot → avance, adelanto, fianza
- voorschieten → correr rápidamente hacia delante, anticipar
Dutch
Detailed Translations for voorschoten from Dutch to Spanish
voorschoten:
-
de voorschoten
el delantales
Translation Matrix for voorschoten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
delantales | voorschoten |
Related Words for "voorschoten":
voorschoten form of voorschot:
-
het voorschot
Translation Matrix for voorschot:
Noun | Related Translations | Other Translations |
adelanto | voorschot | aantal gekomen personen; ontwikkelingsgang; opkomst; prijslijst; progressie; tarievenlijst; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering |
anticipo | voorschot | voorproefje |
Related Words for "voorschot":
Wiktionary Translations for voorschot:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorschot | → avance; adelanto | ↔ advance — amount of money |
• voorschot | → fianza | ↔ acompte — Somme d’argent versée dès la signature d’un contrat, et enlevant toute possibilité de dédit |
• voorschot | → adelanto | ↔ souscription — signature qu’on mettre au-dessous d’un acte pour l’approuver. |
voorschoten form of voorschieten:
-
voorschieten
Conjugations for voorschieten:
o.t.t.
- schiet voor
- schiet voor
- schiet voor
- schieten voor
- schieten voor
- schieten voor
o.v.t.
- schoot voor
- schoot voor
- schoot voor
- schoten voor
- schoten voor
- schoten voor
v.t.t.
- heb voorgeschoten
- hebt voorgeschoten
- heeft voorgeschoten
- hebben voorgeschoten
- hebben voorgeschoten
- hebben voorgeschoten
v.v.t.
- had voorgeschoten
- had voorgeschoten
- had voorgeschoten
- hadden voorgeschoten
- hadden voorgeschoten
- hadden voorgeschoten
o.t.t.t.
- zal voorschieten
- zult voorschieten
- zal voorschieten
- zullen voorschieten
- zullen voorschieten
- zullen voorschieten
o.v.t.t.
- zou voorschieten
- zou voorschieten
- zou voorschieten
- zouden voorschieten
- zouden voorschieten
- zouden voorschieten
diversen
- schiet voor!
- schiet voor!
- voorgeschoten
- voorschietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorschieten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
adelantar | voorschieten | aanrukken; ijlen; inhalen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; passeren; reppen; snellen; spoeden; verder komen; vliegen; voorbijgaan; voorbijrijden; vooruitgaan; vooruitkomen; vorderen; zich haasten; zich spoeden |
Wiktionary Translations for voorschieten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorschieten | → correr rápidamente hacia delante; anticipar | ↔ vorschießen — einen Geldbetrag im Voraus geben |