Dutch
Detailed Translations for voortwoekeren from Dutch to Spanish
voortwoekeren:
-
voortwoekeren (zich verder verspreiden)
Conjugations for voortwoekeren:
o.t.t.
- woeker voort
- woekert voort
- woekert voort
- woekeren voort
- woekeren voort
- woekeren voort
o.v.t.
- woekerde voort
- woekerde voort
- woekerde voort
- woekerden voort
- woekerden voort
- woekerden voort
v.t.t.
- heb voortgewoekerd
- hebt voortgewoekerd
- heeft voortgewoekerd
- hebben voortgewoekerd
- hebben voortgewoekerd
- hebben voortgewoekerd
v.v.t.
- had voortgewoekerd
- had voortgewoekerd
- had voortgewoekerd
- hadden voortgewoekerd
- hadden voortgewoekerd
- hadden voortgewoekerd
o.t.t.t.
- zal voortwoekeren
- zult voortwoekeren
- zal voortwoekeren
- zullen voortwoekeren
- zullen voortwoekeren
- zullen voortwoekeren
o.v.t.t.
- zou voortwoekeren
- zou voortwoekeren
- zou voortwoekeren
- zouden voortwoekeren
- zouden voortwoekeren
- zouden voortwoekeren
diversen
- woeker voort!
- woekert voort!
- voortgewoekerd
- voortwoekerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voortwoekeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
dispersarse | voortwoekeren; zich verder verspreiden | stuiven; uit elkaar stuiven; uit elkaar vliegen; uiteendrijven; uiteenstuiven; uiteenvliegen |
proliferar | voortwoekeren; zich verder verspreiden | vloeken |