Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. wond:
  2. wonden:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wondden from Dutch to Spanish

wond:

wond [de ~] noun

  1. de wond (kwetsuur; verwonding)
    la herida

Translation Matrix for wond:

NounRelated TranslationsOther Translations
herida kwetsuur; verwonding; wond blessure; kwetsuur; letsel; pijn doen; trauma; zeer doen

Related Words for "wond":


Related Definitions for "wond":

  1. plaats waar een beschadigde huid nog niet genezen is1
    • er komt bloed uit de wond1

Wiktionary Translations for wond:

wond
noun
  1. een beschadiging in of aan het lichaam

Cross Translation:
FromToVia
wond herida blessureplaie ou fracture produire par un coup ou un choc. — note On le dit plus communément des coups qui entament la chair.

wondden form of wonden:

wonden [de ~] noun, plural

  1. de wonden (verwondingen; kwetsuren)
    la heridas; la llagas; la lesiones

Translation Matrix for wonden:

NounRelated TranslationsOther Translations
heridas kwetsuren; verwondingen; wonden blessure; letsel
lesiones kwetsuren; verwondingen; wonden blessure; blessures; letsel
llagas kwetsuren; verwondingen; wonden

Related Words for "wonden":


Wiktionary Translations for wonden:


Cross Translation:
FromToVia
wonden herir; vulnerar blesserfrapper d’un coup qui fait une contusion, une plaie, une fracture.

External Machine Translations: