Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate zenuwachtigheid

Translate zenuwachtigheid from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

zenuwachtigheid:
- nervosidad; tensión; nerviosismo; nerviosidad
zenuwachtig:
- nervioso
Wiktionary:
- zenuwachtig → nervioso
- zenuwachtig → nervioso

Dutch

Detailed Translations for zenuwachtigheid from Dutch to Spanish

zenuwachtigheid:

zenuwachtigheid [de ~ (v)] noun

de zenuwachtigheid (nervositeit)
la nervosidad; la tensión; el nerviosismo; la nerviosidad
- nervosidad [la ~] noun
- tensión [la ~] noun
- nerviosismo [el ~] noun
- nerviosidad [la ~] noun
de zenuwachtigheid
la nerviosidad
- nerviosidad [la ~] noun

Translation Matrix for zenuwachtigheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
nerviosidad	nervositeit; zenuwachtigheid	onrustigheid; plankenkoorts
nerviosismo	nervositeit; zenuwachtigheid
nervosidad	nervositeit; zenuwachtigheid
tensión	nervositeit; zenuwachtigheid	concentratie; gespannen toestand; gespannenheid; ingespannenheid; spanning; strakheid; stress

Related Words for "zenuwachtigheid":

zenuwachtig

zenuwachtig:

zenuwachtig adj

zenuwachtig (nerveus)
nervioso
- nervioso adj

Translation Matrix for zenuwachtig:

Adjective	Related Translations	Other Translations
-	nerveus
Modifier	Related Translations	Other Translations
nervioso	nerveus; zenuwachtig	dooraderd; geagiteerd; gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig; levendig; nerveus; onrustig; verhit

Related Words for "zenuwachtig":

zenuwachtigheid, zenuwachtiger, zenuwachtigere, zenuwachtigst, zenuwachtigste, zenuwachtige

Synonyms for "zenuwachtig":

nerveus

Antonyms for "zenuwachtig":

bedaard; kalm; ontspannen; rustig

Related Definitions for "zenuwachtig":

angstig omdat het verkeerd af kan lopen¹
- zij is erg zenuwachtig voor het examen¹

Wiktionary Translations for zenuwachtig:

zenuwachtig

adjective

lijdend onder een gevoelig, snel geraakt zenuwstelsel
- zenuwachtig → nervioso

Cross Translation:

From	To	Via
• zenuwachtig	→ nervioso	↔ jumpy — nervous and excited
• zenuwachtig	→ nervioso	↔ nervös — (krankhaft) reizbar, erregbar, gereizt, unruhig, zerfahren

¹Muiswerk Woordenboek