Dutch
Detailed Translations for basaal from Dutch to French
French
Detailed Translations for basaal from French to Dutch
basaal: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bas: laag; laaghartig; onedel; niet hoog; laag-bij-de-grond; diep; laag liggend; kous; kniekous; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; vals; onwaar; onecht; nagemaakt; bedriegelijk; gefingeerd; gedempt; halfluid; grof; plat; lomp; banaal; triviaal; vunzig; schunnig; platvloers; laaghangend; ploertig
- AAL: AAL; ATM-aanpassingslaag