Summary
Dutch to French: more detail...
- groep:
-
Wiktionary:
- groep → groupe
- groep → groupe, groupement
Dutch
Detailed Translations for groep from Dutch to French
groep:
-
de groep (aantal personen bijeen; gezelschap)
-
de groep
-
de groep (samenscholing; accumulatie; bende; troep; hoop)
-
de groep (toneelgezelschap; ensemble; theaterensemble; gezelschap; theatergroep)
-
de groep (distributiegroep; distributielijst)
Translation Matrix for groep:
Related Words for "groep":
Related Definitions for "groep":
Wiktionary Translations for groep:
groep
Cross Translation:
noun
groep
-
uit meerdere personen of eenheden bestaand geheel
- groep → groupe
noun
-
ensemble de personnes, voire d’animaux.
- groupe → afdeling; detachement; team; groepering; groep
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• groep | → groupe | ↔ group — number of things or persons being in some relation to each other |
• groep | → groupe | ↔ group — in group theory |
• groep | → groupement | ↔ moiety — (chemistry) a specific segment of a molecule |
• groep | → groupe | ↔ Gruppe — Kategorie zum Einordnen und Auffinden von Personen, Sachen, Sachverhalten oder Begriffen |
• groep | → groupe | ↔ Gruppe — Anzahl von Personen oder Dingen, die gemeinsame Merkmale haben |
• groep | → groupe | ↔ Gruppe — Mathematik, Algebra: eine Menge zusammen mit einer inneren Verknüpfung, für die das Assoziativgesetz gilt, ein neutrales Element existieren und zu jedem Element ein inverses. |
External Machine Translations: