Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. omstander:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for omstander from Dutch to French

omstander:

omstander [de ~ (m)] noun

  1. de omstander (getuige; toeschouwer)
    le spectateur; le témoin; l'assistant

Translation Matrix for omstander:

NounRelated TranslationsOther Translations
assistant getuige; omstander; toeschouwer arbeider; arbeidskracht; assistent; handlanger; helper; hulp; hulpleraar; hulponderwijzer; klerk; medewerker; personeelslid; secondant; tijdelijke leerkracht; trawant; werkkracht; werknemer
spectateur getuige; omstander; toeschouwer deel van publiek; toekijker; toeschouwer
témoin getuige; omstander; toeschouwer estafettestokje; getuige; getuige voor de rechtbank; verklikker; verklikkerlichtje

Related Words for "omstander":

  • omstanders

Wiktionary Translations for omstander:

omstander
noun
  1. (vieilli) désuet|fr niais qui admire tout, s’amuse à tout, qui est d’une curiosité frivole. réf|1