Noun | Related Translations | Other Translations |
homme du pouvoir
|
heer; heerser; machthebber; soeverein
|
|
maître
|
heer; heerser; machthebber; soeverein
|
autoriteit; baas; docent; gezagsorgaan; gouverneur; instantie; instructeur; kampioen; landvoogd; leerkracht; leermeester; leraar; leraar op basisschool; maestro; magister; meerdere; meester; onderwijzer; overheerser; overweldiger; patroon; pedant; regent; rijksbestuurder; schoolmeester; stadhouder; superieur
|
roi
|
heer; heerser; machthebber; soeverein
|
heerser; koning; monarch; soeverein; vorst
|
seigneur
|
heer; heerser; machthebber; soeverein
|
baas; beheerser; bevelhebber; burchtheer; burchtvoogd; gebieder; grondbezitter; grondeigenaar; kasteelheer; landbezitter; landeigenaar; landheer; landsheer; meester; slotheer
|
souverain
|
heer; heerser; machthebber; soeverein
|
autoriteit; baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; gezagsorgaan; heerser; infante; instantie; koning; kroonprins; kroonprinses; landsheer; majesteit; meester; monarch; overheerser; overweldiger; pretendent; pretendente; prins; soeverein; succeseur; troonopvolger; troonpretendent; vorst
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
souverain
|
|
onafhankelijk; soeverein
|