Summary
Dutch
Detailed Translations for vijlen from Dutch to French
vijlen:
-
vijlen
Conjugations for vijlen:
o.t.t.
- vijl
- vijlt
- vijlt
- vijlen
- vijlen
- vijlen
o.v.t.
- vijlde
- vijlde
- vijlde
- vijlden
- vijlden
- vijlden
v.t.t.
- heb gevijld
- hebt gevijld
- heeft gevijld
- hebben gevijld
- hebben gevijld
- hebben gevijld
v.v.t.
- had gevijld
- had gevijld
- had gevijld
- hadden gevijld
- hadden gevijld
- hadden gevijld
o.t.t.t.
- zal vijlen
- zult vijlen
- zal vijlen
- zullen vijlen
- zullen vijlen
- zullen vijlen
o.v.t.t.
- zou vijlen
- zou vijlen
- zou vijlen
- zouden vijlen
- zouden vijlen
- zouden vijlen
diversen
- vijl!
- vijlt!
- gevijld
- vijlend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vijlen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
limer | vijlen | aanzetten; afslijpen; erafslijpen; scherpen; slijpen; wetten |
Related Words for "vijlen":
vijlen form of vijl:
Translation Matrix for vijl:
Noun | Related Translations | Other Translations |
lime | vijl | slagtand |
râpe | vijl | rasp |