Summary
Dutch to French: more detail...
-
genereel:
-
Wiktionary:
genereel → généralement, général, en principe, en général
-
Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for genereel from Dutch to French
genereel: (*Using Word and Sentence Splitter)
Wiktionary Translations for genereel:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• genereel | → généralement; général; en principe; en général | ↔ generell — im Allgemeinen, allgemein verbindlich, immer gültig |
French
Detailed Translations for genereel from French to Dutch
genereel: (*Using Word and Sentence Splitter)
- gène: gen
- réel: echte; werkelijke; reëel; werkelijk; daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; eerlijk; oprecht; werkelijkheid; realiteit; openhartig; rondborstig; fideel; trouwhartig; zeker; absoluut; beslist; stellig; ronduit; real
- gêne: ongemak; ongerief; overlast; hinder; obstakel; belemmering; hindernis; klip; beletsel; storing; verlegenheid; schroom; gêne; geslotenheid; schuwheid; bedeesdheid; timiditeit; gegeneerdheid; ergernis; obstructie; verstopping in het lichaam
- gêné: verlegen; schuchter; timide; bedeesd; bleu; beschroomd; schroomvallig; ongemakkelijk; oncomfortabel; ongerieflijk; gegeneerd; onthand; krap bij kas
- gêner: storen; hinderen; onmogelijk maken; schamen; generen; verhinderen; belemmeren; beletten; lastigvallen; verstoren; tegenwerken; teisteren; dwarsbomen; dwarszitten; dwarsliggen; vertoornen; op zijn hart hebben; obstructie plegen