Noun | Related Translations | Other Translations |
bien
|
|
activa; bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
aisément
|
verreweg
|
brutaal; eenvoudig; gemakkelijk; grif; grifweg; in een handomdraai; licht; makkelijk; met gemak; moeiteloos; niet beschroomd; niet moeilijk; nuttig; onbedeesd; onbeschroomd; practisch; simpel; stoutmoedig; vanzelf; vlot; vrijmoedig; vrijpostig; zonder moeite
|
bien
|
verreweg
|
aanlokkelijk; aardig; akkoord; behoorlijk; behoorlijke; bevallig; braaf; deugdzaam; erg; gekuist; gereinigd; heerlijk; hemels; in hoge mate; in orde; knap; kostelijk; lekker; leuk; lief; mee eens; mooi; netjes; overheerlijk; reuzelekker; schoon; smakelijk; sympathiek; verlokkend; verrukkelijk; voorbeeldig; welgemaakt; zalig; zoet; zuiver
|
de beaucoup
|
verreweg
|
|
de loin
|
verreweg
|
buitenaf; uiterlijk
|
infiniment
|
verreweg
|
eindeloos; ellenlang; onbegrensd; onbeperkt; oneindig; ontzettend lang; waar geen eind aan komt; zonder einde
|
largement
|
verreweg
|
ampel; breedvoerig; groot; in details; omstandig; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruim; ruimschoots; scheutig; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; wijd
|