Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for [aan from Dutch to French

aan:

aan adj

  1. aan
    à; sur; après; en; de

Translation Matrix for aan:

PrepositionRelated TranslationsOther Translations
à te
OtherRelated TranslationsOther Translations
de van
en van
sur bij; te; ter; via
à bij; te; ter; van; via
ModifierRelated TranslationsOther Translations
après aan aansluitend; achter; achterna; daarachter; daarna; daarop; erachter; gepasseerd; hierna; hierop; later; later dan; na; nadat; naderhand; nadien; straks; vervolgens; voorbij; zometeen
de aan bij; erbij; erop; in; per; te; uit; van de zijde van; vanaf; vanaf deze plaats; weg
en aan bij; daarvan; erbij; ergens naartoe; ernaar; erop; ertoe; ervan; hiervan; in; naar; te
sur aan bij; erbij; erop; rins; wrang; zurig; zuur; zuur smakend
à aan bij; daaraan; erbij; ergens naartoe; erop; in; naar; naar toe; te; toe; à

Antonyms for "aan":


Related Definitions for "aan":

  1. aan elkaar vast1
    • de kar zit aan de auto1
  2. het is in werking1
    • de radio staat aan1
  3. om aan te geven wie iets krijgt1
    • Bas geeft de pen aan oma1
  4. op of om je lichaam1
    • ik heb een trui aan1

Wiktionary Translations for aan:

aan
adjective
  1. (predicatief) actief, in bedrijf
    • aanà
aan
  1. Traductions à classer d'après le sens
  2. -
  3. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
aan allumé on — in the state of being active, functioning or operating
aan sur on — touching; hanging from
aan à; au; envers; de to — used after certain adjectives to indicate a relationship
aan à to — used to indicate the indirect object
aan à up to — the option or decision of
aan à anPräposition des Ortes; mit dem Dativ (zur Anzeige der Lage): bestimmt einen Ort, mit dem etw. in Berührung ist
aan allumé anumgangssprachlich: einschalten oder anzünden

Related Translations for [aan