Summary
Dutch to French: more detail...
- uitkijk:
- uitkijken:
-
Wiktionary:
- uitkijk → observatoire
- uitkijken → chercher, faire gaffe, railler
- uitkijken → faire attention, prendre garde, faire gaffe
Dutch
Detailed Translations for uitkijk from Dutch to French
uitkijk:
-
de uitkijk (kraaiennest)
la veille; le guetteur; le nid de pie; le garde; le gardien; la ronde; le guet; l'observatoire; la patrouille; la garde de nuit; le poste de garde; le poste d'observation; le poste de surveillance
Translation Matrix for uitkijk:
uitkijken:
-
uitkijken (voorzichtig zijn; oppassen)
prendre garde; faire attention; être attentif-
prendre garde verb
-
faire attention verb
-
être attentif verb
-
-
uitkijken (uitzien naar; uitzien)
-
uitkijken (oppassen voor gevaar)
Conjugations for uitkijken:
o.t.t.
- kijk uit
- kijkt uit
- kijkt uit
- kijken uit
- kijken uit
- kijken uit
o.v.t.
- keek uit
- keek uit
- keek uit
- keken uit
- keken uit
- keken uit
v.t.t.
- heb uitgekeken
- hebt uitgekeken
- heeft uitgekeken
- hebben uitgekeken
- hebben uitgekeken
- hebben uitgekeken
v.v.t.
- had uitgekeken
- had uitgekeken
- had uitgekeken
- hadden uitgekeken
- hadden uitgekeken
- hadden uitgekeken
o.t.t.t.
- zal uitkijken
- zult uitkijken
- zal uitkijken
- zullen uitkijken
- zullen uitkijken
- zullen uitkijken
o.v.t.t.
- zou uitkijken
- zou uitkijken
- zou uitkijken
- zouden uitkijken
- zouden uitkijken
- zouden uitkijken
en verder
- ben uitgekeken
- bent uitgekeken
- is uitgekeken
- zijn uitgekeken
- zijn uitgekeken
- zijn uitgekeken
diversen
- kijk uit!
- kijkt uit!
- uitgekeken
- uitkijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitkijken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
attention | attentie; oppassen; uitkijken | aandacht; aanschouwen; acht; animo; attentie; bekijks; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; juistheid; nauwlettendheid; observeren; oplettendheid; opmerkzaamheid; preciesheid; stiptheid; zien; zin |
Verb | Related Translations | Other Translations |
attendre impatiemment | uitkijken; uitzien; uitzien naar | |
faire attention | oppassen; oppassen voor gevaar; uitkijken; voorzichtig zijn | aandacht erbij houden; aandachtig luisteren; bij de les blijven; opletten; oppassen; toeluisteren; uitkijken voor |
prendre garde | oppassen; oppassen voor gevaar; uitkijken; voorzichtig zijn | |
être attentif | oppassen; uitkijken; voorzichtig zijn | aandacht erbij houden; opletten |
- | opletten; oppassen; uitzien |
Synonyms for "uitkijken":
Related Definitions for "uitkijken":
Wiktionary Translations for uitkijken:
uitkijken
Cross Translation:
verb
-
Se donner du mouvement, du soin, de la peine pour découvrir quelqu’un ou quelque chose (Sens général)
-
très familier|fr faire attention
-
plaisanter quelqu’un ou quelque chose, lui parler ou en parler avec moquerie.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitkijken | → faire attention; prendre garde; faire gaffe | ↔ watch — to be wary |