Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: naburig

Dutch and French Translation Search Results for naburig

Summary

Dutch to French: more detail...

naburig:
- adjacent; environnant; avoisinant; voisin; limitrophe; à côté; contigu
Wiktionary:
- naburig → adjacent

Dutch

Detailed Translations for naburig from Dutch to French

naburig:

naburig adj

naburig (omliggend; belendend)
adjacent; environnant; avoisinant; voisin; limitrophe; à côté; contigu
- adjacent adj
- environnant adj
- avoisinant adj
- voisin adj
- limitrophe adj
- à côté adj
- contigu adj

Translation Matrix for naburig:

Noun	Related Translations	Other Translations
voisin		buur; buurman; omwonende
Modifier	Related Translations	Other Translations
adjacent	belendend; naburig; omliggend	aangrenzend; aanliggend; aanliggende; aanpalend; belendend
avoisinant	belendend; naburig; omliggend	aangrenzend; aanliggend; aanpalend; belendend; dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
contigu	belendend; naburig; omliggend	aangrenzend; aanpalend; belendend
environnant	belendend; naburig; omliggend	aangrenzend; aanpalend; belendend
limitrophe	belendend; naburig; omliggend	aangrenzend; aanliggend; aanpalend; belendend
voisin	belendend; naburig; omliggend	aangrenzend; aanliggend; aanpalend; belendend; dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; omwonend; vlakbij
à côté	belendend; naburig; omliggend	aangrenzend; aanpalend; behalve dat; belendend; bovendien; daarbij; daarenboven; dichtbij; ernaast; fout; foutief; hiernaast; in de buurt; mis; naar opzij; naast dit; nabij; nabijgelegen; onjuist; onwaar; ten onrechte; terloops; terzijde; verkeerd; vlakbij; zijwaarts

Related Words for "naburig":

naburige

Wiktionary Translations for naburig:

Cross Translation:

From	To	Via
• naburig	→ adjacent	↔ neighboring — Situated or living nearby or adjacent to

External Machine Translations: