Dutch
Detailed Translations for aanplakken from Dutch to French
aanplakken:
-
aanplakken (vastplakken)
Translation Matrix for aanplakken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
coller | aanplakken; vastplakken | aanlijmen; lijmen; vastlijmen |
engluer | aanplakken; vastplakken | |
scotcher | aanplakken; vastplakken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
coller | aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aan elkaar plakken; aanbakken; aanbranden; aandrukken; aaneen plakken; aaneenplakken; aankleven; aanlijmen; bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; iets vastkleven; inplakken; kitten; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; samenplakken; vastdrukken; vasthechten; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastmaken; vastplakken; vastzetten | |
engluer | aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; aankleven; hechten; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; vasthechten; vastkleven; vastlijmen; vastplakken | |
scotcher | lijmen; vastkleven; vastlijmen; vastplakken |