Summary
Dutch to French: more detail...
- fatsoen:
-
Wiktionary:
- fatsoen → savoir-vivre, décence
- fatsoen → décence
Dutch
Detailed Translations for fatsoen from Dutch to French
fatsoen:
-
het fatsoen (fatsoenlijkheid; welvoeglijkheid; betamelijkheid; welgemanierdheid)
la convenance; la propreté; la décence; l'ordre; la tenue; la politesse; le savoir-vivre; la bienséance; la bonne tenue; la bien-séance -
het fatsoen (keurigheid; gepastheid; fatsoenlijkheid; netheid; eerbaarheid; kiesheid)
-
het fatsoen (omgangsvormen; manieren)
-
het fatsoen (welgemanierdheid; beleefdheid; decorum; betamelijkheid; beschaafdheid; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid)
Translation Matrix for fatsoen:
Related Words for "fatsoen":
External Machine Translations: