Dutch
French
Detailed Translations for primair from French to Dutch
primair: (*Using Word and Sentence Splitter)
- primé: favoriete; lievelings; dierbaar; geselecteerd; toegenegen; verkoren
- air: wijs; deuntje; deun; wijsje; voorkomen; uiterlijk; vorm; type; verschijning; buitenkant; melodie; gedaante; gelaat; vertoon; aangezicht; aanzien; allure; exterieur; manier van kijken
- périmé: ouderwets; verouderd; ongeldig; nietig; onmodern; verlopen; armoedig; pover; verjaard; sjofel; schamel; haveloos; flodderig; sjofeltjes; ouderwetse