Dutch
Detailed Translations for stuurs from Dutch to French
stuurs:
-
stuurs (geirriteerd)
-
stuurs (gemelijk; nurks; knorrig; wrevelig)
Translation Matrix for stuurs:
Related Words for "stuurs":
Wiktionary Translations for stuurs:
stuurs
Cross Translation:
adjective
-
(familier, fr) Qui a tendance à bougonner.
-
Qui grogner. — usage N’a pas de féminin quand il s’applique aux personnes.
-
D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.
- maussade → mistroostig; naargeestig; somber; triestig; balorig; kregel; slechtgehumeurd; kregelig; gemelijk; akelig; naar; onaangenaam; verdrietelijk; vervelend; bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur; saai
-
Qui est fantasque, qui est sujet à des quintes, à des accès de mauvaise humeur.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stuurs | → morose; taciturne; lugubre; mélancolique | ↔ dour — expressing gloom or melancholy |
stuur:
-
het stuur (stuurwiel; stuurrad)
le guidon; le volant de direction; le gouvernail; la commande; la roue de gouvernail; la commande de direction
Translation Matrix for stuur:
Noun | Related Translations | Other Translations |
commande | stuur; stuurrad; stuurwiel | bestellen; bevel; commando; consigne; lastgeving; mandaat; opdracht; order |
commande de direction | stuur; stuurrad; stuurwiel | stuurinrichting; stuurknuppel |
gouvernail | stuur; stuurrad; stuurwiel | roer; stuurroer; stuurstok |
guidon | stuur; stuurrad; stuurwiel | |
roue de gouvernail | stuur; stuurrad; stuurwiel | roer; stuurroer |
volant de direction | stuur; stuurrad; stuurwiel |