Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. nar:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nar from Dutch to French

nar:

nar [de ~ (m)] noun

  1. de nar (kwibus; hansworst; gek; kwast; zot)
    l'hurluberlu; l'arlequin; le bouffon; le fou; le polichinelle; l'imbécile; l'écervelé; le sot; le niais; l'idiot
  2. de nar (hofnar)
    le polichinelle; le bouffon; l'arlequin; le fou

Translation Matrix for nar:

NounRelated TranslationsOther Translations
arlequin gek; hansworst; hofnar; kwast; kwibus; nar; zot clown; harlekijn; pierrot
bouffon gek; hansworst; hofnar; kwast; kwibus; nar; zot grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel
fou gek; hansworst; hofnar; kwast; kwibus; nar; zot achterlijke; dolleman; dommerik; dwaas; geesteszieke; gek; gek iemand; geschifte; gestoorde; idioot; imbeciel; krankzinnige; mafketel; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel; waanzinnige; zwakzinnige
hurluberlu gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot
idiot gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot achterlijke; dolleman; dommerik; druiloor; dwaas; geesteszieke; gek; hoerenjong; idioot; kalfskop; klojo; klootzak; krankzinnige; kuttenkop; loeder; minkukel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; pleurislijder; pleurislijer; ploert; rund; schaapskop; schapenkop; schoft; simpele ziel; smeerlap; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken; waanzinnige
imbécile gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot achterlijke; dolleman; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; geesteszieke; gek; geschifte; hufter; idioot; kalfskop; klojo; klootzak; krankzinnige; leeghoofdje; minkukel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rasidioot; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken; waanzinnige; zwakzinnige
niais gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; idioot; kalfskop; kuiken; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uil; uilskuikens
polichinelle gek; hansworst; hofnar; kwast; kwibus; nar; zot
sot gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot achterlijke; dolleman; domkop; dommerik; domoor; domoren; druiloor; dwaas; freak; geesteszieke; gek; gestoorde; idioot; imbeciel; kalfskop; krankzinnige; mafketel; maniak; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilskuiken; waanzinnige
écervelé gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot achterlijke; gek; geschifte; idioot; waanzinnige; zwakzinnige
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bouffon grappig; humoristisch; humoristische; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk
fou achterlijk; apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; doldwaas; dwaas; eigenaardig; enorm; excentriek; fabelachtig; fantastisch; gaaf; geestelijk gestoord; geestesziek; geflipt; gek; geschift; gestoord; getikt; gigantisch; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; mesjokke; niet goed snik; onbezonnen; ongewoon; onwijs; reuze; stupide; te gek; typisch; verlekkerd; vreemd; waanzinnig; wijs; zonderling; zot
idiot achterlijk; dwaas; eigenaardig; geestesziek; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; oerdom; oliedom; onbezonnen; onwijs; stupide; typisch; uilachtig; vreemd; waanzinnig; zot
imbécile achtergebleven; achterlijk; debiel; dement; dwaas; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; imbeciel; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; leeghoofdig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onbenullig; onnozel; stupide; zot; zwakzinnig
niais eenvoudig; gemakkelijk; kalverachtig; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel; sullig
sot absurd; achterlijk; apart; belachelijk; bespottelijk; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; dwaas; eigenaardig; excentriek; geestelijk gestoord; geestesziek; gek; geschift; gestoord; getikt; grappig; hoorndol; humoristisch; idioot; idioterig; kierewiet; kluchtig; knots; koddig; komiek; komisch; krankjorum; krankzinnig; lachwekkend; leeghoofdig; leuk; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; niet goed snik; onbenullig; onbezonnen; ongewoon; onnozel; onwijs; stupide; typisch; vreemd; waanzinnig; zonderling; zot
écervelé leeghoofdig; onbenullig; onnozel

Related Words for "nar":


Wiktionary Translations for nar:

nar
noun
  1. (histoire) Personnage dont la fonction était d’amuser la cour des nobles.
  2. Bouffon au service d’une personnalité importante.

Cross Translation:
FromToVia
nar fou; fou du roi; bouffon jester — person in a mediaeval royal court
nar bouffon; fou; imbécile Narr — ein Gaukler und Spaßmacher im Mittelalter bei Hofe