Noun | Related Translations | Other Translations |
original
|
|
buitenbeentje; eigenaardige; moederblad; onbekende; origineel; raar mens; rare; vreemd persoon; vreemde; vreemdeling; zonderling
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
attrayant
|
indrukwekkend
|
aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; charmant; fascinerend; schattig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
|
original
|
indrukwekkend
|
apart; authentiek; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; enig; enig in zijn soort; excentriek; excessief; extravagant; extreem; heel erg; hogelijk; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; oorspronkelijk; origineel; ten zeerste; typisch; uitermate; uiterst; uniek; vreemd; zeer
|
percutant
|
indrukwekkend
|
fascinerend
|
respectable
|
|
deugdzaam; eerzaam; zedig
|
étonnant
|
indrukwekkend
|
curieus; fenomenaal; miraculeus; opzienbarend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verrassend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
avec distinction
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
deftig; elegant; gedistingeerd; sierlijk; vooraanstaand; voornaam
|
avec déférence
|
imposant; indrukwekkend; ontzaggelijk; ontzagwekkend
|
eerbiedig; vol achting
|
convenable
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
aangenaam; aardig; adequaat; attent; behoorlijke; behulpzaam; beschaafd; betamelijk; billijk; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; elegant; fatsoenlijk; gepast; gepaste; geschikt; geschikte; geëigend; goedaardig; goedhartig; goedschiks; hebbelijk; hulpvaardig; juist; keurig; manierlijk; naar behoren; netjes; ordentelijk; passend; passende; plezierig; redelijk; redelijke; schappelijk; sierlijk; tamelijke; tof; voegzaam; voorkomend; vriendelijk; welgemanierd; welgevoeglijk; welopgevoed; welvoeglijk; zachtaardig; zedig
|
convenablement
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
betamelijk; billijk; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; gepast; geschikt; gevoeglijk; geëigend; hebbelijk; keurig; manierlijk; naar behoren; netjes; ordentelijk; passend; redelijk; schappelijk; voegzaam; welgevoeglijk; welvoeglijk; zedig
|
cérémonieusement
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
elegant; plechtig; plechtstatig; sierlijk; statig; zeer plechtig
|
cérémonieux
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
elegant; plechtig; plechtstatig; sierlijk; statig; zeer plechtig
|
dignement
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; plechtig; plechtstatig; statig; verheven; vooraanstaand; voornaam; waardig; zeer plechtig
|
distingué
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; chic; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; elegant; erkend; esthetisch; gedistingeerd; gerenommeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; modieuze verfijning; plechtig; plechtstatig; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; verfijnd; verheven; vooraanstaand; voornaam; waardig; zeer plechtig
|
en grande estime
|
imposant; indrukwekkend; ontzaggelijk; ontzagwekkend
|
eerbiedig; vol achting
|
grandiose
|
groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; ontzagwekkend
|
ambitieus; eerzuchtig; fantastisch; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; grootschalig; grootscheeps; immens; kolossaal; magistraal; magnifiek; meesterlijk; reusachtig; schitterend; streverig; uitnemend; uitstekend; uitvoerig; veelomvattend; voortreffelijk; weids; zeer groot
|
illustre
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; doorluchtig; doorluchtige; erkend; geacht; gedistingeerd; gerenommeerd; gerespecteerd; gevierd; gewaardeerd; gewichtig; geëerd; geëerde; hooggeplaatst; illuster; populair; roemrucht; verheven; voornaam
|
imposant
|
eerbiedwekkend; groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; ontzaggelijk; ontzagwekkend
|
gedenkwaardig; gigantisch; groots; grootschalig; grootscheeps; heugelijk; immens; imposant; kolossaal; memorabel; overdonderend; overweldigend; reusachtig; uitvoerig; veelomvattend; zeer groot
|
impressionnant
|
aanzienlijk; deftig; eerbiedwekkend; fier; groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; majestueus; nobel; ontzagwekkend; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
aangrijpend; boeiend; doordringend; groots; indringend; pakkend; schel klinkend; scherp; weids
|
magnifique
|
groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; ontzagwekkend
|
betoverend; briljant; fantastisch; fenomenaal; fonkelend; formidabel; geniaal; geweldig; glansrijk; glinsterend; goddelijk; grandioos; groots; heel mooi; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; luisterrijk; lumineus; magistraal; magnifiek; meesterlijk; overheerlijk; paradijselijk; prachtig; puik; reuzelekker; schitterend; smakelijk; uitgelezen; uitnemend; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; weids; zalig
|
majestueusement
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
|
majestueux
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
|
prestigieux
|
aanzienlijk; deftig; fier; groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; majestueus; nobel; ontzagwekkend; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
aanzienlijk; royaal; vorstelijk
|
princier
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
aanzienlijk; royaal; vorstelijk
|
princièrement
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
aanzienlijk; groots; grootschalig; grootscheeps; prinsheerlijk; royaal; uitvoerig; veelomvattend; vorstelijk
|
respectable
|
eerbiedwekkend; indrukwekkend
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; achtbaar; achtenswaardig; beduidend; befaamd; behoorlijk; beschaafd; eerbaar; eerbiedwaardig; eerzaam; enorm; fantastisch; fatsoenlijk; flink; formidabel; fors; geacht; geducht; geweldig; hebbelijk; hooggeplaatst; hooggezeten; in hoge mate; keurig; kies; netjes; prachtig; prominent; respectabel; vooraanstaand; vooraanstaande; welgemanierd; welopgevoed
|
respectueusement
|
imposant; indrukwekkend; ontzaggelijk; ontzagwekkend
|
eerbiedig; respectvol; vol achting
|
respectueux
|
imposant; indrukwekkend; ontzaggelijk; ontzagwekkend
|
eerbiedig; respectvol; vol achting
|
solennellement
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; plechtig; plechtstatig; statig; verheven; voornaam; waardig; zeer plechtig
|
spectaculaire
|
groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; ontzagwekkend
|
aandachttrekkend; adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; spectaculair; zinderend
|
sublime
|
groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; ontzagwekkend
|
briljant; edel; excellent; fantastisch; geweldig; grandioos; groots; hartverheffend; hoogstaand; hoogverheven; magnifiek; puik; schitterend; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; verheven; voortreffelijk
|
superbe
|
groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; ontzagwekkend
|
best; betoverend; briljant; excellent; fantastisch; fenomenaal; formidabel; geniaal; geweldig; grandioos; groots; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; luisterrijk; lumineus; magnifiek; overheerlijk; prachtig; puik; reuzelekker; ruim; schitterend; smakelijk; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; weids; zalig
|
éminent
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; befaamd; behoorlijk; deftig; dominant; enorm; flink; fors; geacht; gedistingeerd; gezaghebbend; gezichtsbepalend; hooggeplaatst; hooggezeten; maatgevend; prominent; toonaangevend; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
énormément
|
imposant; indrukwekkend; ontzaggelijk; ontzagwekkend
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; curieus; enorm; fenomenaal; flink; fors; gigantisch; groot; heel erg; heel groot; immens; imposant; in zeer hoge mate; kolossaal; miraculeus; onafzienbaar; onmetelijk; onoverzienbaar; opzienbarend; overdonderend; overweldigend; reusachtig; reuze; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
|