Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. omheinen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for omheinen from Dutch to French

omheinen:

omheinen verb (omhein, omheint, omheinde, omheinden, omheind)

  1. omheinen
    enclore; clôturer; palissader; clore
    • enclore verb
    • clôturer verb (clôture, clôtures, clôturons, clôturez, )
    • palissader verb (palissade, palissades, palissadons, palissadez, )
    • clore verb (clos, clot, closent, clorai, )

Conjugations for omheinen:

o.t.t.
  1. omhein
  2. omheint
  3. omheint
  4. omheinen
  5. omheinen
  6. omheinen
o.v.t.
  1. omheinde
  2. omheinde
  3. omheinde
  4. omheinden
  5. omheinden
  6. omheinden
v.t.t.
  1. heb omheind
  2. hebt omheind
  3. heeft omheind
  4. hebben omheind
  5. hebben omheind
  6. hebben omheind
v.v.t.
  1. had omheind
  2. had omheind
  3. had omheind
  4. hadden omheind
  5. hadden omheind
  6. hadden omheind
o.t.t.t.
  1. zal omheinen
  2. zult omheinen
  3. zal omheinen
  4. zullen omheinen
  5. zullen omheinen
  6. zullen omheinen
o.v.t.t.
  1. zou omheinen
  2. zou omheinen
  3. zou omheinen
  4. zouden omheinen
  5. zouden omheinen
  6. zouden omheinen
en verder
  1. is omheind
  2. zijn omheind
diversen
  1. omhein!
  2. omheint!
  3. omheind
  4. omheinend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omheinen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
clore omheinen afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtbinden; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; naar einde toewerken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; toebinden; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken; vergrendelen
clôturer omheinen afbakenen; afdekken; afpalen; afschermen; afschotten; afschutten; afsluiten; afzetten; begrenzen; beknotten; beperken; beschermen; beschutten; naar einde toewerken; omlijnen
enclore omheinen afschotten; afschutten
palissader omheinen afschotten; afschutten

Wiktionary Translations for omheinen:

omheinen
verb
  1. aan alle kanten omsluiten