Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. versmallen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for versmallen from Dutch to French

versmallen:

versmallen verb (versmal, versmalt, versmalde, versmalden, versmald)

  1. versmallen (vernauwen)
    rétrécir
    • rétrécir verb (rétrécis, rétrécit, rétrécissons, rétrécissez, )

Conjugations for versmallen:

o.t.t.
  1. versmal
  2. versmalt
  3. versmalt
  4. versmallen
  5. versmallen
  6. versmallen
o.v.t.
  1. versmalde
  2. versmalde
  3. versmalde
  4. versmalden
  5. versmalden
  6. versmalden
v.t.t.
  1. heb versmald
  2. hebt versmald
  3. heeft versmald
  4. hebben versmald
  5. hebben versmald
  6. hebben versmald
v.v.t.
  1. had versmald
  2. had versmald
  3. had versmald
  4. hadden versmald
  5. hadden versmald
  6. hadden versmald
o.t.t.t.
  1. zal versmallen
  2. zult versmallen
  3. zal versmallen
  4. zullen versmallen
  5. zullen versmallen
  6. zullen versmallen
o.v.t.t.
  1. zou versmallen
  2. zou versmallen
  3. zou versmallen
  4. zouden versmallen
  5. zouden versmallen
  6. zouden versmallen
diversen
  1. versmal!
  2. versmalt!
  3. versmald
  4. versmallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for versmallen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rétrécir vernauwen; versmallen afnemen; inkrimpen; insnoeren; kleiner worden; krimpen; minder worden; slinken; verkleinen; verminderen

Wiktionary Translations for versmallen:


Cross Translation:
FromToVia
versmallen rétrécir taper — To make thinner or narrower at one end.