Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. nomineren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nomineren from Dutch to French

nomineren:

nomineren verb (nomineer, nomineert, nomineerde, nomineerden, genomineerd)

  1. nomineren (iemand recommanderen; aanbevelen; voordragen; aanraden)
    recommander; conseiller; nommer; proposer; patronner; préconiser; présenter; appuyer
    • recommander verb (recommande, recommandes, recommandons, recommandez, )
    • conseiller verb (conseille, conseilles, conseillons, conseillez, )
    • nommer verb (nomme, nommes, nommons, nommez, )
    • proposer verb (propose, proposes, proposons, proposez, )
    • patronner verb (patronne, patronnes, patronnons, patronnez, )
    • préconiser verb (préconise, préconises, préconisons, préconisez, )
    • présenter verb (présente, présentes, présentons, présentez, )
    • appuyer verb (appuie, appuies, appuyons, appuyez, )

Conjugations for nomineren:

o.t.t.
  1. nomineer
  2. nomineert
  3. nomineert
  4. nomineren
  5. nomineren
  6. nomineren
o.v.t.
  1. nomineerde
  2. nomineerde
  3. nomineerde
  4. nomineerden
  5. nomineerden
  6. nomineerden
v.t.t.
  1. heb genomineerd
  2. hebt genomineerd
  3. heeft genomineerd
  4. hebben genomineerd
  5. hebben genomineerd
  6. hebben genomineerd
v.v.t.
  1. had genomineerd
  2. had genomineerd
  3. had genomineerd
  4. hadden genomineerd
  5. hadden genomineerd
  6. hadden genomineerd
o.t.t.t.
  1. zal nomineren
  2. zult nomineren
  3. zal nomineren
  4. zullen nomineren
  5. zullen nomineren
  6. zullen nomineren
o.v.t.t.
  1. zou nomineren
  2. zou nomineren
  3. zou nomineren
  4. zouden nomineren
  5. zouden nomineren
  6. zouden nomineren
en verder
  1. ben genomineerd
  2. bent genomineerd
  3. is genomineerd
  4. zijn genomineerd
  5. zijn genomineerd
  6. zijn genomineerd
diversen
  1. nomineer!
  2. nomineert!
  3. genomineerd
  4. nominerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nomineren:

NounRelated TranslationsOther Translations
conseiller adviseur; consulent; raadgever; raadsman
VerbRelated TranslationsOther Translations
appuyer aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen baseren; bemoedigen; bijvallen; coöpereren; dragen; drukken; funderen; indrukken; induwen; instemmen; knellen; meewerken; ondersteunen; opbeuren; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; steunen op; stutten; tikken op; troosten; vertroosten
conseiller aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen aanraden; adviseren; iets aanraden; ingeven; raadgeven; raden; recommanderen; suggereren; van raad dienen
nommer aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen aannemen; aanstellen; aantrekken; benoemen; bestempelen; betitelen; een naam geven; erbij zeggen; in dienst nemen; in functie aanstellen; inhuren; installeren; met name noemen; noemen; opnoemen; opsommen; vermelden; vernoemen
patronner aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen beschermen
proposer aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen aanbieden; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvoeren; een voorstel doen; entameren; geld opleveren; gesprek aanknopen; inbrengen; indienen; laten zien; naar voren brengen; offreren; op tafel leggen; openen; opperen; opwerpen; poneren; postuleren; presenteren; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter overweging geven; ter sprake brengen; tonen; uitloven; voorleggen; vooronderstellen; voorslaan; voorstellen
préconiser aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen aanraden; adviseren; van raad dienen
présenter aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen aan tafel bedienen; aanbieden; aangeven; aankaarten; aanmelden; aanreiken; aansnijden; aanvoeren; afgeven; bedienen; bieden; entameren; exposeren; formuleren; geven; in een formule brengen; indienen; inkleden; inleven; inschrijven; intekenen; invoelen; laten zien; meeleven; naar voren brengen; offreren; op tafel leggen; opdienen; opdissen; opgeven; opperen; opwerpen; overgeven; overhandigen; poneren; presenteren; subscriberen; te berde brengen; tentoonstellen; ter overweging geven; ter sprake brengen; toesteken; tonen; vertonen; voelen; voor ogen brengen; voorleggen; voorschotelen; voorzetten
recommander aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen aanbevelen; aanprijzen; aanraden; adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; recommanderen; suggereren; van raad dienen

Wiktionary Translations for nomineren:

nomineren
verb
  1. (overgankelijk) aanwijzen als kandidaat
nomineren