Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. krijt:
  2. krijten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for krijt from Dutch to French

krijt:

krijt [het ~] noun

  1. het krijt (krijtje; tekenkrijt)
    la craie; la craie à dessiner; le bâton de craie

Translation Matrix for krijt:

NounRelated TranslationsOther Translations
bâton de craie krijt; krijtje; tekenkrijt schoolkrijt
craie krijt; krijtje; tekenkrijt schoolkrijt
craie à dessiner krijt; krijtje; tekenkrijt

Related Words for "krijt":


Wiktionary Translations for krijt:

krijt
noun
  1. En chimie, hydrocarbure aromatique
  2. minér|fr roche sédimentaire de couleur blanche, constituée essentiellement de carbonate de calcium provenant des coquilles de microorganismes vivant au crétacé.

Cross Translation:
FromToVia
krijt craie chalk — a soft, white, powdery limestone
krijt craie chalk — a piece of chalk used for drawing and on a blackboard
krijt craie Kreidekein Plural: weicher, weißer Kalkstein (Hauptbestandteil Kalziumkarbonat)

krijt form of krijten:

krijten verb (krijt, krijtte, krijtten, gekrijt)

  1. krijten
    crier
    • crier verb (crie, cries, crions, criez, )

Conjugations for krijten:

o.t.t.
  1. krijt
  2. krijt
  3. krijt
  4. krijten
  5. krijten
  6. krijten
o.v.t.
  1. krijtte
  2. krijtte
  3. krijtte
  4. krijtten
  5. krijtten
  6. krijtten
v.t.t.
  1. heb gekrijt
  2. hebt gekrijt
  3. heeft gekrijt
  4. hebben gekrijt
  5. hebben gekrijt
  6. hebben gekrijt
v.v.t.
  1. had gekrijt
  2. had gekrijt
  3. had gekrijt
  4. hadden gekrijt
  5. hadden gekrijt
  6. hadden gekrijt
o.t.t.t.
  1. zal krijten
  2. zult krijten
  3. zal krijten
  4. zullen krijten
  5. zullen krijten
  6. zullen krijten
o.v.t.t.
  1. zou krijten
  2. zou krijten
  3. zou krijten
  4. zouden krijten
  5. zouden krijten
  6. zouden krijten
diversen
  1. krijt!
  2. krijt!
  3. gekrijt
  4. krijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for krijten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
crier krijten aanroepen; blaffen; blèren; brullen; bulderen; gillen; het uitgillen; huilen; janken; kraaien; krijsen; praaien; roepen; schreeuwen; toeroepen; uitbrullen; uitgillen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen

Related Words for "krijten":


Related Translations for krijt