Dutch
Detailed Translations for rimpel from Dutch to French
rimpel:
-
de rimpel (gezichtsrimpel)
-
de rimpel (huidrimpel; lijn)
Translation Matrix for rimpel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ligne | gezichtsrimpel; rimpel | gelid; hengelsnoer; lijn; linie; record; regel; rij; schriftlijn; streep; vislijn; vissnoer; vooreind; vooreinde; voorste gedeelte |
pli | gezichtsrimpel; rimpel | ezelsoor; plooi; plooiing; plooirug; vouw |
ride | gezichtsrimpel; huidrimpel; lijn; rimpel | golfje; groef; groeve; langwerpige uitholling; rimpeling |
sillon | gezichtsrimpel; rimpel | gleuf; groef; groeve; kier; langwerpige uitholling; lijntje; opening; sleuf; streepje; vore |
trait | gezichtsrimpel; rimpel | dronk; eigenschap; gelaatstrek; haal; haal met de pen; haaltje; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kras; kwalititeit; kwaststreek; lijn; lijntje; linie; pennekras; pennenstreek; ruk; schimpscheut; schreef; slok; stigma; streep; streepje; teug; trek; trekje; trekje aan een sigaret; typering; voorzet |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
ligne | regel |
Related Words for "rimpel":
rimpelen:
-
rimpelen
chiffonner; plisser; se plisser; froisser; se froisser; se chiffonner-
chiffonner verb (chiffonne, chiffonnes, chiffonnons, chiffonnez, chiffonnent, chiffonnais, chiffonnait, chiffonnions, chiffonniez, chiffonnaient, chiffonnai, chiffonnas, chiffonna, chiffonnâmes, chiffonnâtes, chiffonnèrent, chiffonnerai, chiffonneras, chiffonnera, chiffonnerons, chiffonnerez, chiffonneront)
-
plisser verb (plisse, plisses, plissons, plissez, plissent, plissais, plissait, plissions, plissiez, plissaient, plissai, plissas, plissa, plissâmes, plissâtes, plissèrent, plisserai, plisseras, plissera, plisserons, plisserez, plisseront)
-
se plisser verb
-
froisser verb (froisse, froisses, froissons, froissez, froissent, froissais, froissait, froissions, froissiez, froissaient, froissai, froissas, froissa, froissâmes, froissâtes, froissèrent, froisserai, froisseras, froissera, froisserons, froisserez, froisseront)
-
se froisser verb
-
se chiffonner verb
-
Conjugations for rimpelen:
o.t.t.
- rimpel
- rimpelt
- rimpelt
- rimpelen
- rimpelen
- rimpelen
o.v.t.
- rimpelde
- rimpelde
- rimpelde
- rimpelden
- rimpelden
- rimpelden
v.t.t.
- ben gerimpeld
- bent gerimpeld
- is gerimpeld
- zijn gerimpeld
- zijn gerimpeld
- zijn gerimpeld
v.v.t.
- was gerimpeld
- was gerimpeld
- was gerimpeld
- waren gerimpeld
- waren gerimpeld
- waren gerimpeld
o.t.t.t.
- zal rimpelen
- zult rimpelen
- zal rimpelen
- zullen rimpelen
- zullen rimpelen
- zullen rimpelen
o.v.t.t.
- zou rimpelen
- zou rimpelen
- zou rimpelen
- zouden rimpelen
- zouden rimpelen
- zouden rimpelen
diversen
- rimpel!
- rimpelt!
- gerimpeld
- rimpelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for rimpelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
chiffonner | rimpelen | kreukelen; kreuken; verfrommelen; verkreukelen |
froisser | rimpelen | belasteren; grieven; krenken; kreukelen; kreuken; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; opfrommelen; pijn bezorgen; pijn doen; ruisen; smaden; suizelen; suizen; verfrommelen; verkreukelen; verwonden; zeer doen |
plisser | rimpelen | kreukelen; verfrommelen; verkreukelen |
se chiffonner | rimpelen | kreukelen; kreuken; verfrommelen; verkreukelen |
se froisser | rimpelen | knisperen; kreukelen; kreuken; ritselen; verfrommelen; verkreukelen |
se plisser | rimpelen | kreukelen; verfrommelen; verkreukelen |