Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. rimpel:
  2. rimpelen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for rimpel from Dutch to French

rimpel:

rimpel [de ~ (m)] noun

  1. de rimpel (gezichtsrimpel)
    la ride; le pli; le sillon; la ligne; le trait
  2. de rimpel (huidrimpel; lijn)
    la ride

Translation Matrix for rimpel:

NounRelated TranslationsOther Translations
ligne gezichtsrimpel; rimpel gelid; hengelsnoer; lijn; linie; record; regel; rij; schriftlijn; streep; vislijn; vissnoer; vooreind; vooreinde; voorste gedeelte
pli gezichtsrimpel; rimpel ezelsoor; plooi; plooiing; plooirug; vouw
ride gezichtsrimpel; huidrimpel; lijn; rimpel golfje; groef; groeve; langwerpige uitholling; rimpeling
sillon gezichtsrimpel; rimpel gleuf; groef; groeve; kier; langwerpige uitholling; lijntje; opening; sleuf; streepje; vore
trait gezichtsrimpel; rimpel dronk; eigenschap; gelaatstrek; haal; haal met de pen; haaltje; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kras; kwalititeit; kwaststreek; lijn; lijntje; linie; pennekras; pennenstreek; ruk; schimpscheut; schreef; slok; stigma; streep; streepje; teug; trek; trekje; trekje aan een sigaret; typering; voorzet
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
ligne regel

Related Words for "rimpel":

  • rimpelen, rimpels, rimpeltje, rimpeltjes

Wiktionary Translations for rimpel:

rimpel
noun
  1. Pli qui se forme sur la peau
  2. Grand pli qu’offre un terrain
  3. tranchée que le soc, le coutre de la charrue ouvre dans la terre qu’on laboure.

Cross Translation:
FromToVia
rimpel ride line — threadlike crease marking the face or the hand; hence, characteristic mark
rimpel ride wrinkle — a line or crease in the skin

rimpelen:

rimpelen verb (rimpel, rimpelt, rimpelde, rimpelden, gerimpeld)

  1. rimpelen
    chiffonner; plisser; se plisser; froisser; se froisser; se chiffonner
    • chiffonner verb (chiffonne, chiffonnes, chiffonnons, chiffonnez, )
    • plisser verb (plisse, plisses, plissons, plissez, )
    • se plisser verb
    • froisser verb (froisse, froisses, froissons, froissez, )

Conjugations for rimpelen:

o.t.t.
  1. rimpel
  2. rimpelt
  3. rimpelt
  4. rimpelen
  5. rimpelen
  6. rimpelen
o.v.t.
  1. rimpelde
  2. rimpelde
  3. rimpelde
  4. rimpelden
  5. rimpelden
  6. rimpelden
v.t.t.
  1. ben gerimpeld
  2. bent gerimpeld
  3. is gerimpeld
  4. zijn gerimpeld
  5. zijn gerimpeld
  6. zijn gerimpeld
v.v.t.
  1. was gerimpeld
  2. was gerimpeld
  3. was gerimpeld
  4. waren gerimpeld
  5. waren gerimpeld
  6. waren gerimpeld
o.t.t.t.
  1. zal rimpelen
  2. zult rimpelen
  3. zal rimpelen
  4. zullen rimpelen
  5. zullen rimpelen
  6. zullen rimpelen
o.v.t.t.
  1. zou rimpelen
  2. zou rimpelen
  3. zou rimpelen
  4. zouden rimpelen
  5. zouden rimpelen
  6. zouden rimpelen
diversen
  1. rimpel!
  2. rimpelt!
  3. gerimpeld
  4. rimpelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rimpelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
chiffonner rimpelen kreukelen; kreuken; verfrommelen; verkreukelen
froisser rimpelen belasteren; grieven; krenken; kreukelen; kreuken; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; opfrommelen; pijn bezorgen; pijn doen; ruisen; smaden; suizelen; suizen; verfrommelen; verkreukelen; verwonden; zeer doen
plisser rimpelen kreukelen; verfrommelen; verkreukelen
se chiffonner rimpelen kreukelen; kreuken; verfrommelen; verkreukelen
se froisser rimpelen knisperen; kreukelen; kreuken; ritselen; verfrommelen; verkreukelen
se plisser rimpelen kreukelen; verfrommelen; verkreukelen

Related Words for "rimpelen":


Related Definitions for "rimpelen":

  1. plooien krijgen waar je huid te ruim is1
    • een gerimpeld voorhoofd1

Wiktionary Translations for rimpelen:

rimpelen
verb
  1. plooien of golven in het oppervlak vormen