Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aaneenrijgen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aaneenrijgen from Dutch to French

aaneenrijgen:

aaneenrijgen verb

  1. aaneenrijgen (rijgen)
    enfiler; faire virer; lacer; virer de bord; tourner
    • enfiler verb (enfile, enfiles, enfilons, enfilez, )
    • lacer verb (lace, laces, laçons, lacez, )
    • tourner verb (tourne, tournes, tournons, tournez, )

Translation Matrix for aaneenrijgen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
enfiler aaneenrijgen; rijgen aanschieten; dichtrijgen; dichtsnoeren; rijgen
faire virer aaneenrijgen; rijgen draaien; keren; wenden
lacer aaneenrijgen; rijgen dichtrijgen; dichtsnoeren; rijgen; toesnoeren
tourner aaneenrijgen; rijgen draaien; duizelen; heen en weer zwaaien; iets omdraaien; in de war maken; inkleden; kantelen; keren; omdraaien; omkeren; omroeren; omwenden; omzwaaien; ontsluiten; opendraaien; openen; roeren; rollen; ronddraaien; rondtollen; rondwentelen; roteren; slingeren; teruggaan; tollen; wegdraaien; wenden; wentelen; zwaaien; zwenken
virer de bord aaneenrijgen; rijgen overstag gaan

Wiktionary Translations for aaneenrijgen:


Cross Translation:
FromToVia
aaneenrijgen enchaîner; concaténer concatenate — link together
aaneenrijgen enfiler string — put on a string