Dutch
Detailed Translations for aanschrijven from Dutch to French
aanschrijven:
-
aanschrijven (kennis geven; konde doen; aanzeggen)
notifier; sommer; convoquer-
notifier verb (notifie, notifies, notifions, notifiez, notifient, notifiais, notifiait, notifiions, notifiiez, notifiaient, notifiai, notifias, notifia, notifiâmes, notifiâtes, notifièrent, notifierai, notifieras, notifiera, notifierons, notifierez, notifieront)
-
sommer verb (somme, sommes, sommons, sommez, somment, sommais, sommait, sommions, sommiez, sommaient, sommai, sommas, somma, sommâmes, sommâtes, sommèrent, sommerai, sommeras, sommera, sommerons, sommerez, sommeront)
-
convoquer verb (convoque, convoques, convoquons, convoquez, convoquent, convoquais, convoquait, convoquions, convoquiez, convoquaient, convoquai, convoquas, convoqua, convoquâmes, convoquâtes, convoquèrent, convoquerai, convoqueras, convoquera, convoquerons, convoquerez, convoqueront)
-
Conjugations for aanschrijven:
o.t.t.
- schrijf aan
- schrijft aan
- schrijft aan
- schrijven aan
- schrijven aan
- schrijven aan
o.v.t.
- schreef aan
- schreef aan
- schreef aan
- schreven aan
- schreven aan
- schreven aan
v.t.t.
- heb aangeschreven
- hebt aangeschreven
- heeft aangeschreven
- hebben aangeschreven
- hebben aangeschreven
- hebben aangeschreven
v.v.t.
- had aangeschreven
- had aangeschreven
- had aangeschreven
- hadden aangeschreven
- hadden aangeschreven
- hadden aangeschreven
o.t.t.t.
- zal aanschrijven
- zult aanschrijven
- zal aanschrijven
- zullen aanschrijven
- zullen aanschrijven
- zullen aanschrijven
o.v.t.t.
- zou aanschrijven
- zou aanschrijven
- zou aanschrijven
- zouden aanschrijven
- zouden aanschrijven
- zouden aanschrijven
diversen
- schrijf aan!
- schrijft aan!
- aangeschreven
- aanmschrijfende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aanschrijven (aanzeggen)
Translation Matrix for aanschrijven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
convoquer | aanschrijven; aanzeggen | |
notificer | aanschrijven; aanzeggen | |
sommer | aanschrijven; aanzeggen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
convoquer | aanschrijven; aanzeggen; kennis geven; konde doen | aanroepen; bijeen roepen; bijeenroepen; convoceren; erbij halen; erbij roepen; laten komen; ontbieden; oproepen; samenroepen; sommeren; tevoorschijn roepen; toeroepen |
notifier | aanschrijven; aanzeggen; kennis geven; konde doen | afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; iets aankondigen; informeren; inlichten; ontbieden; op de hoogte brengen; openbaar maken; oplezen; oproepen; sommeren; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen |
sommer | aanschrijven; aanzeggen; kennis geven; konde doen | aanmanen; aanmanen tot een verplichting; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; manen; met aandrang herinneren; ontbieden; opdragen; oproepen; rappelleren; sommeren; verordenen |
Wiktionary Translations for aanschrijven:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanschrijven | → demande; candidature | ↔ application — a verbal or written request |