Summary
Dutch
Detailed Translations for activa from Dutch to French
activa:
Translation Matrix for activa:
Noun | Related Translations | Other Translations |
avoir | activa; baten; bezit; tegoed | creditnota; geldelijk vermogen; vermogen |
bien | activa | bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have |
crédit | activa; baten; bezit; tegoed | credit; krediet; kredietverlening; lening |
Verb | Related Translations | Other Translations |
avoir | afzetten; bedonderen; bedriegen; beduvelen; belazeren; beschikken over; besodemieteren; bezitten; hebben; in eigendom hebben; misleiden; oplichten; zwendelen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
bien | aanlokkelijk; aardig; akkoord; behoorlijk; behoorlijke; bevallig; braaf; deugdzaam; erg; gekuist; gereinigd; heerlijk; hemels; in hoge mate; in orde; knap; kostelijk; lekker; leuk; lief; mee eens; mooi; netjes; overheerlijk; reuzelekker; schoon; smakelijk; sympathiek; verlokkend; verreweg; verrukkelijk; voorbeeldig; welgemaakt; zalig; zoet; zuiver |
Wiktionary Translations for activa:
activa
Cross Translation:
noun
-
(boekhouding) de in geld uitgedrukte waarde die het geheel aan bezittingen van een onderneming vertegenwoordigt
- activa → actif
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• activa | → actif; avoir; atout | ↔ asset — something or someone of any value |
• activa | → actif | ↔ assets — any property or object of value that one possesses |