Dutch
Detailed Translations for afdraaien from Dutch to French
afdraaien:
-
afdraaien
Conjugations for afdraaien:
o.t.t.
- draai af
- draait af
- draait af
- draaien af
- draaien af
- draaien af
o.v.t.
- draaide af
- draaide af
- draaide af
- draaiden af
- draaiden af
- draaiden af
v.t.t.
- ben afgedraaid
- bent afgedraaid
- is afgedraaid
- zijn afgedraaid
- zijn afgedraaid
- zijn afgedraaid
v.v.t.
- was afgedraaid
- was afgedraaid
- was afgedraaid
- waren afgedraaid
- waren afgedraaid
- waren afgedraaid
o.t.t.t.
- zal afdraaien
- zult afdraaien
- zal afdraaien
- zullen afdraaien
- zullen afdraaien
- zullen afdraaien
o.v.t.t.
- zou afdraaien
- zou afdraaien
- zou afdraaien
- zouden afdraaien
- zouden afdraaien
- zouden afdraaien
diversen
- draai af!
- draait af!
- afgedraaid
- afdraaiende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
afdraaien (wegdraaien; afzwenken; afwenden)
le détournement
Translation Matrix for afdraaien:
Noun | Related Translations | Other Translations |
détournement | afdraaien; afwenden; afzwenken; wegdraaien | fraude; kaping; malversatie; omleiding; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; wegomlegging; zwendel |
Verb | Related Translations | Other Translations |
projeter | afdraaien | bedenken; beramen; plan beramen; plannen; projecteren; van plan zijn; verzinnen; voorhebben; zinnen |
Wiktionary Translations for afdraaien:
afdraaien
verb
-
Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.
- abaisser → in discrediet brengen; herleiden; inkrimpen; reduceren; vereenvoudigen; zetten; ruïneren; te gronde richten; ten val brengen; verderven; aflaten; laten zakken; neerhalen; inkorten; verminderen; kleineren; afbreken; afgeven op; afkammen; trekken; een streep trekken; neerlaten; strijken; vellen; afdraaien; verlagen; kleinmaken; vernederen; verootmoedigen
-
Traductions à trier suivant le sens
-
Façonner avec un tour