Dutch

Detailed Translations for afgebrand from Dutch to French

afgebrand:

afgebrand adj

  1. afgebrand (blut; platzak)

Translation Matrix for afgebrand:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
fauché afgebrand; blut; platzak platzak
à sec afgebrand; blut; platzak

Related Words for "afgebrand":

  • afgebrande

afbranden:

afbranden verb (brand af, brandt af, brandde af, brandden af, afgebrand)

  1. afbranden (platbranden; leegbranden; uitbranden)
    réduire en cendres; incendier; brûler complètement; être détruit par un incendie; dévaster par le feu; se consumer

Conjugations for afbranden:

o.t.t.
  1. brand af
  2. brandt af
  3. brandt af
  4. branden af
  5. branden af
  6. branden af
o.v.t.
  1. brandde af
  2. brandde af
  3. brandde af
  4. brandden af
  5. brandden af
  6. brandden af
v.t.t.
  1. heb afgebrand
  2. hebt afgebrand
  3. heeft afgebrand
  4. hebben afgebrand
  5. hebben afgebrand
  6. hebben afgebrand
v.v.t.
  1. had afgebrand
  2. had afgebrand
  3. had afgebrand
  4. hadden afgebrand
  5. hadden afgebrand
  6. hadden afgebrand
o.t.t.t.
  1. zal afbranden
  2. zult afbranden
  3. zal afbranden
  4. zullen afbranden
  5. zullen afbranden
  6. zullen afbranden
o.v.t.t.
  1. zou afbranden
  2. zou afbranden
  3. zou afbranden
  4. zouden afbranden
  5. zouden afbranden
  6. zouden afbranden
diversen
  1. brand af!
  2. brandt af!
  3. afgebrand
  4. afbrandende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afbranden:

NounRelated TranslationsOther Translations
réduire en cendres verbranden
VerbRelated TranslationsOther Translations
brûler complètement afbranden; leegbranden; platbranden; uitbranden
dévaster par le feu afbranden; leegbranden; platbranden; uitbranden
incendier afbranden; leegbranden; platbranden; uitbranden branden; brandmerken; cremeren; inbranden; markeren; uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken; van stigma's voorzien; verassen; verbranden
réduire en cendres afbranden; leegbranden; platbranden; uitbranden
se consumer afbranden; leegbranden; platbranden; uitbranden afdragen; doorjagen; kwijnen; opmaken; slijten; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verkwijnen; verslijten; verteren; wegkwijnen
être détruit par un incendie afbranden; leegbranden; platbranden; uitbranden

Wiktionary Translations for afbranden:

afbranden
verb
  1. geheel door brand teloorgaan