Noun | Related Translations | Other Translations |
administration
|
bediening; besturing
|
administratie; besturen; gemeentebestuur; regeren; stadsbestuur; toediening
|
conduite
|
bediening; besturing
|
beheer; besturing; bestuur; directie; gedrag; gedragswijze; geleiding; handelwijze; houding; kabel; kabelleiding; leiding; manier; met beleid; omzichtigheid; optreden; plan; rijrichting
|
direction
|
bediening; besturing
|
Raad van Bestuur; aanvoeren; aanvoering; bedrijfsleiding; beheer; besturen; bestuur; bewind; directeurschap; directie; directieteam; directoraat; hemelstreek; koers; kompasstreek; leiding; leidinggeven; leidinggevend orgaan; management; managementteam; regeringsstelsel; regime; richting; route; staatsbestel; vaarroute; voorgaan; windstreek
|
employés
|
bediening; besturing
|
employees; personeel; staf; werknemers
|
navigation
|
bediening; besturing
|
navigatie; navigeren; scheepvaart; stuurmanskunst; zeevaart; zeewezen
|
personnel
|
bediening; besturing
|
employees; personeel; staf; werknemers
|
pilotage
|
bediening; besturing
|
heiwerk; loodsdienst; loodswezen
|
service
|
bediening; besturing; service; uitserveren
|
bedieningsgeld; bijstand; botteling; dienst; diensten; dienstplicht; employees; ondersteuning; opdienen; politiedienst; serveren; service; serviceverlening; tafelbediening; werknemers
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
personnel
|
|
besloten; persoonlijk; persoonsgebonden; privé; subjectief
|