Dutch
Detailed Translations for begroeid from Dutch to French
begroeid:
-
begroeid
Translation Matrix for begroeid:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
boisé | begroeid | bebost; boomrijk; bosachtig; bosrijk; dichtgegroeid; houtrijk; overgroeid |
couvert de végétation | begroeid | dichtgegroeid; overgroeid |
gazonné | begroeid |
begroeien:
-
begroeien
couvrir de végétation; couvrir-
couvrir verb (couvre, couvres, couvrons, couvrez, couvrent, couvrais, couvrait, couvrions, couvriez, couvraient, couvris, couvrit, couvrîmes, couvrîtes, couvrirent, couvrirai, couvriras, couvrira, couvrirons, couvrirez, couvriront)
Conjugations for begroeien:
o.t.t.
- begroei
- begroeit
- begroeit
- begroeien
- begroeien
- begroeien
o.v.t.
- begroeide
- begroeide
- begroeide
- begroeiden
- begroeiden
- begroeiden
v.t.t.
- heb begroeid
- hebt begroeid
- heeft begroeid
- hebben begroeid
- hebben begroeid
- hebben begroeid
v.v.t.
- had begroeid
- had begroeid
- had begroeid
- hadden begroeid
- hadden begroeid
- hadden begroeid
o.t.t.t.
- zal begroeien
- zult begroeien
- zal begroeien
- zullen begroeien
- zullen begroeien
- zullen begroeien
o.v.t.t.
- zou begroeien
- zou begroeien
- zou begroeien
- zouden begroeien
- zouden begroeien
- zouden begroeien
diversen
- begroei!
- begroeit!
- begroeid
- begroeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for begroeien:
Verb | Related Translations | Other Translations |
couvrir | begroeien | afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; berichten; beschermen; beschutten; bestrijken; bestrooien; bezaaien; blinderen; compenseren; dekken; emballeren; goedmaken; hullen; informeren; inhullen; inpakken; inwikkelen; kaften; maskeren; meedelen; melden; met gespannen voorwerp omsluiten; omhullen; omspannen; overkappen; overspannen; overtrekken; overwelven; rapporteren; stofferen; tijd in beslag nemen; van bekleding voorzien; vergoeden; verhullen; verpakken; verslag uitbrengen; versluieren |
couvrir de végétation | begroeien |