Summary
Dutch to French: more detail...
- beschamend:
- beschamen:
-
Wiktionary:
- beschamend → honteux, scandaleux
- beschamen → faire rougir, renre honteux
- beschamen → confondre
Dutch
Detailed Translations for beschamend from Dutch to French
beschamend:
Translation Matrix for beschamend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
honteux | beschamend | aanstootgevend; aanstotelijk; godgeklaagd; hemeltergend; honend; kleinerend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend; ten hemel schreiend; vernederend; zeer ergerlijk; zondig |
Wiktionary Translations for beschamend:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beschamend | → honteux; scandaleux | ↔ shameful — causing or meriting shame or disgrace |
beschamen:
-
beschamen (vertrouwen schenden; teleurstellen)
décevoir; trahir la confiance; tromper-
décevoir verb (déçois, déçoit, décevons, décevez, décoivent, décevais, décevait, décevions, déceviez, décevaient, déçus, déçut, déçûmes, déçûtes, déçurent, décevrai, décevras, décevra, décevrons, décevrez, décevront)
-
trahir la confiance verb
-
tromper verb (trompe, trompes, trompons, trompez, trompent, trompais, trompait, trompions, trompiez, trompaient, trompai, trompas, trompa, trompâmes, trompâtes, trompèrent, tromperai, tromperas, trompera, tromperons, tromperez, tromperont)
-
Conjugations for beschamen:
o.t.t.
- beschaam
- beschaamt
- beschaamt
- beschamen
- beschamen
- beschamen
o.v.t.
- beschaamde
- beschaamde
- beschaamde
- beschaamden
- beschaamden
- beschaamden
v.t.t.
- heb beschaamd
- hebt beschaamd
- heeft beschaamd
- hebben beschaamd
- hebben beschaamd
- hebben beschaamd
v.v.t.
- had beschaamd
- had beschaamd
- had beschaamd
- hadden beschaamd
- hadden beschaamd
- hadden beschaamd
o.t.t.t.
- zal beschamen
- zult beschamen
- zal beschamen
- zullen beschamen
- zullen beschamen
- zullen beschamen
o.v.t.t.
- zou beschamen
- zou beschamen
- zou beschamen
- zouden beschamen
- zouden beschamen
- zouden beschamen
diversen
- beschaam!
- beschaamt!
- beschaamd
- beschamend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for beschamen:
Wiktionary Translations for beschamen:
beschamen
Cross Translation:
verb
-
verlegen maken
- beschamen → faire rougir; renre honteux
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beschamen | → confondre | ↔ abash — to make ashamed, to embarrass |