Noun | Related Translations | Other Translations |
affirmation
|
bewering; stelling
|
aanneming; affirmatie; bekrachtiging; bevestiging; beweren; confirmatie
|
allégation
|
bewering; stelling
|
|
annonce
|
aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring
|
aankondigen; aankondiging; aanzeggen; advertentie; adverteren; afkondiging; annonce; annonceren; annoncering; bekendmaken; bekendmaking; bericht; boodschap; commercial; gewag; informeren; journaal; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melden; melding; nieuws; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; proclamatie; publicatie; publikatie; reclame; reclameadvertentie; relaas; tijding; uitgave; uitgifte; uitspraak; verkondiging; vermelding; verwittiging
|
assertion
|
bewering; stelling
|
aanname; beweren; hypothese; stelling; these; thesis; veronderstelling
|
attitude
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
gedrag; gedragswijze; handelwijze; houding; instelling; lichaamshouding; manier; mentaliteit; optreden; pose; stand; standje
|
avis
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
aankondiging; aankondigingen; aanmaning; aanschrijving; aansporing tot plicht; aanzegging; advies; bekendmaking; bericht; boodschap; convocatie; denkbeeld; deurwaardersexploot; gewag; gezichtspunt; gezindheid; herinnering; idee; informatie; interpretatie; inzicht; journaal; kennisgeving; kennisneming; kijk; lezing; mededeling; melding; mening; meningsuiting; nieuws; oordeel; opgave; opinie; oproeping; opvatting; overtuiging; raad; raadgeving; relaas; sein; sommatie; standpunt; teken; tijding; uitspraak; vaststaande mening; vermelding; verwittiging; visie; wenk; zienswijze
|
communication
|
aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring
|
aankondigen; aankondiging; aansluiting; aanzeggen; bekendmaking; bericht; boodschap; communicatie; connectie; contact; convocatie; gewag; informatie; informeren; inzage; kennisgeven; kennisgeving; kennisneming; konde doen; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; oproeping; publicatie; publikatie; relaas; tijding; uitgave; uitgifte; uitspraak; verbinding; vermelding; verwittiging
|
faire-part
|
aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring
|
aankondigen; aankondiging; aanzeggen; afkondiging; bekendmaking; bericht; convocatie; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; kennisneming; konde doen; mededeling; melding; oproeping; proclamatie; rouwkaart; verkondiging; verwittiging
|
opinion
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
begrip; conceptie; denkbeeld; dunk; gedachte; gezichtspunt; gezindheid; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; notie; oordeel; opinie; opvatting; overtuiging; standpunt; vaststaande mening; visie; zienswijze
|
opinions
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
|
optique
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
aspect; benadering; benaderingswijze; denkbeeld; facet; gezichtshoek; gezichtspunt; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kans; kijk; kijkkast; lezing; mening; oogpunt; oordeel; opinie; optica; optiek; opvatting; opzicht; perspectief; standpunt; toekomst; visie; vooruitzicht; zienswijs; zienswijze
|
point de vue
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
aspect; begrip; benadering; benaderingswijze; benul; beschouwing; denkbeeld; facet; gezichtshoek; gezichtspunt; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kans; kijk; lezing; mening; mentale voorstelling; oogpunt; oordeel; opinie; optiek; opvatting; opzicht; perspectief; standpunt; toekomst; uitzichtpunt; visie; vooruitzicht; zienswijs; zienswijze
|
position
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stelling; stellingname; thema
|
aanname; ambt; baan; betrekking; denkbeeld; dienstbetrekking; functie; gelid; gesteldheid; gezichtspunt; hiërarchie; idee; interpretatie; inzicht; job; lezing; ligging; locatie; mening; oordeel; opinie; opvatting; plaatsbepaling; positie; rang; rangorde; rechtspositie; staat; standpunt; stelling; these; thesis; toestand; visie; volgorde; werk; werkkring; werkplek; zienswijze
|
prise de position
|
bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
aanname; denkbeeld; gesteldheid; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; positie; staat; standpunt; standpuntbepaling; stelling; these; thesis; toestand; visie; zienswijze
|
supposition
|
bewering; stelling
|
aannemen; beschuldiging; gissing; hypothese; inschatting; stelling; verdenking; vermoeden; veronderstellen; veronderstelling; vooronderstellen
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
annonce
|
|
aankondiging; advertentie
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
optique
|
|
optisch
|