Dutch
Detailed Translations for bijkomen from Dutch to French
bijkomen:
-
bijkomen (op adem komen)
Conjugations for bijkomen:
o.t.t.
- kom bij
- komt bij
- komt bij
- komen bij
- komen bij
- komen bij
o.v.t.
- kwam bij
- kwam bij
- kwam bij
- kwamen bij
- kwamen bij
- kwamen bij
v.t.t.
- ben bijgekomen
- bent bijgekomen
- is bijgekomen
- zijn bijgekomen
- zijn bijgekomen
- zijn bijgekomen
v.v.t.
- was bijgekomen
- was bijgekomen
- was bijgekomen
- waren bijgekomen
- waren bijgekomen
- waren bijgekomen
o.t.t.t.
- zal bijkomen
- zult bijkomen
- zal bijkomen
- zullen bijkomen
- zullen bijkomen
- zullen bijkomen
o.v.t.t.
- zou bijkomen
- zou bijkomen
- zou bijkomen
- zouden bijkomen
- zouden bijkomen
- zouden bijkomen
diversen
- kom bij!
- komt bij!
- bijgekomen
- bijkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bijkomen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
reprendre haleine | bijkomen; op adem komen | bekomen; op zijn verhaal komen; verademen |
reprendre souffle | bijkomen; op adem komen | |
se remettre | bijkomen; op adem komen | bekomen; beteren; blij maken; fleurig maken; leven beteren; luwen; op zijn verhaal komen; opfleuren; opkalefateren; opknappen; opkrabbelen; oplappen; opmonteren; opvijzelen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; verkwikken; vrolijker worden; wegsterven; zich hervinden |
Wiktionary Translations for bijkomen:
bijkomen
noun
-
médecine|fr Fait de revenir à la vie après une mort apparente (état comateux).