Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. bokken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bokt from Dutch to French

bokt form of bokken:

bokken verb (bok, bokt, bokte, bokten, gebokt)

  1. bokken (bokkig zijn; steigeren)
    se cabrer; bouder; être revêche; se révolter; faire la tête; être buté; s'indigner

Conjugations for bokken:

o.t.t.
  1. bok
  2. bokt
  3. bokt
  4. bokken
  5. bokken
  6. bokken
o.v.t.
  1. bokte
  2. bokte
  3. bokte
  4. bokten
  5. bokten
  6. bokten
v.t.t.
  1. heb gebokt
  2. hebt gebokt
  3. heeft gebokt
  4. hebben gebokt
  5. hebben gebokt
  6. hebben gebokt
v.v.t.
  1. had gebokt
  2. had gebokt
  3. had gebokt
  4. hadden gebokt
  5. hadden gebokt
  6. hadden gebokt
o.t.t.t.
  1. zal bokken
  2. zult bokken
  3. zal bokken
  4. zullen bokken
  5. zullen bokken
  6. zullen bokken
o.v.t.t.
  1. zou bokken
  2. zou bokken
  3. zou bokken
  4. zouden bokken
  5. zouden bokken
  6. zouden bokken
diversen
  1. bok!
  2. bokt!
  3. gebokt
  4. bokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bokken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bouder bokken; bokkig zijn; steigeren bouderen; een pruillip trekken; kniezen; kwaad zijn; mokken; pruilen; schuimbekken; woedend zijn
faire la tête bokken; bokkig zijn; steigeren bouderen; een pruillip trekken; kniezen; mokken; pruilen
s'indigner bokken; bokkig zijn; steigeren
se cabrer bokken; bokkig zijn; steigeren
se révolter bokken; bokkig zijn; steigeren in opstand komen; muiten; rebelleren; scheepsoproer maken
être buté bokken; bokkig zijn; steigeren
être revêche bokken; bokkig zijn; steigeren fel reageren; steigeren

Related Words for "bokken":


Wiktionary Translations for bokken:

bokken
verb
  1. mokken omdat men zich verongelijkt voelt

Cross Translation:
FromToVia
bokken ruer buck — of a horse: to leap upward arching its back, kicking out hind legs