Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. consideren:


Dutch

Detailed Translations for consideren from Dutch to French

consideren:

consideren verb

  1. consideren (iets overwegen; overdenken; afwegen; beraden)
    considérer; peser; taxer; estimer; évaluer
    • considérer verb (considère, considères, considérons, considérez, )
    • peser verb (pèse, pèses, pesons, pesez, )
    • taxer verb (taxe, taxes, taxons, taxez, )
    • estimer verb (estime, estimes, estimons, estimez, )
    • évaluer verb (évalue, évalues, évaluons, évaluez, )

Translation Matrix for consideren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
considérer afwegen; beraden; consideren; iets overwegen; overdenken aankijken; achten; afwegen; appreciëren; bedenken; bekijken; beraadslagen; beschouwen; bespiegelen; bezichtigen; considereren; doordenken; eerbiedigen; gadeslaan; hoogachten; hoogschatten; in overweging nemen; inleven; inspecteren; invoelen; meeleven; nadenken; op prijs stellen; overdenken; overleggen; overpeinzen; overwegen; peinzen; raad inwinnen; respecteren; toeschouwen; voelen; waarderen; zich beraden
estimer afwegen; beraden; consideren; iets overwegen; overdenken aannemen; achten; adviseren; afwegen; appreciëren; becijferen; begroten; bepalen; beramen; berekenen; calculeren; determineren; eerbiedigen; geloven; gissen; gissing maken; hoogachten; hoogschatten; iets aanraden; in acht nemen; ingeven; inschatten; ontzien; op prijs stellen; overdenken; overwegen; raden; ramen; respecteren; schatten; sparen; suggereren; taxeren; uitrekenen; uitwerken; vaststellen; verschonen; waarderen
peser afwegen; beraden; consideren; iets overwegen; overdenken afwegen; beschouwen; drukken; knellen; met zorg wegen; overdenken; overwegen; uitwegen; wegen
taxer afwegen; beraden; consideren; iets overwegen; overdenken aanslaan; adviseren; afwegen; begroten; iets aanraden; ingeven; overdenken; overwegen; raden; ramen; schatten; suggereren; taxeren
évaluer afwegen; beraden; consideren; iets overwegen; overdenken aanslaan; adviseren; afwegen; begroten; beramen; berekenen; iets aanraden; ingeven; overdenken; overwegen; raden; ramen; schatten; suggereren; taxeren