Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. dag:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dag from Dutch to French

dag:

dag [de ~ (m)] noun

  1. de dag
    le jour; la journée

dag adj

  1. dag

Translation Matrix for dag:

NounRelated TranslationsOther Translations
jour dag
journée dag dagje; etmaal
salut begroeting; eregroet; gezegende toestand; groet; groeten; handgebaar; heil; heilwens; lijfsbehoud; receptie; saluut; verlossing; verwelkoming; voorspoed; welkomstgroet; welzijn; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening; zielenheil
OtherRelated TranslationsOther Translations
au revoir dag; doei; tot ziens
salut hallo; hoi
ModifierRelated TranslationsOther Translations
au revoir dag
salut dag hallo; hoi

Related Words for "dag":

  • dage

Antonyms for "dag":


Related Definitions for "dag":

  1. tijd van middernacht tot middernacht, 24 uur1
    • welke dag is het vandaag?1
  2. tijd waarin het licht is1
    • het wordt al dag buiten1

Wiktionary Translations for dag:

dag
  1. Formule pour saluer
noun
  1. Période de vingt-quatre heures
  2. Espace de temps qui s’écoule entre le lever et le coucher du soleil. (Sens général).

Cross Translation:
FromToVia
dag salut bye — short for goodbye
dag au revoir; salut bye-bye — goodbye
dag journée; jour day — period of 24 hours
dag jour day — period from midnight to the following midnight
dag jour day — rotational period of a planet
dag jour day — part of a day period which one spends at one’s job, school, etc.
dag jour day — period between sunrise and sunset
dag diurne diurnal — happening during daylight; primarily active during the day
dag au revoir; adieu goodbye — farewell
dag bonjour; salut hello — greeting
dag jour Tag — Zeitraum zwischen Morgendämmerung und Sonnenuntergang
dag jour Tagnur Plural: Zeitraum, den jemand durchlebt oder erlebt
dag jour Tag — Zeitspanne von 24 Stunden

Related Translations for dag