Noun | Related Translations | Other Translations |
application
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
aandrang; aanleggen; aanwenden; aanwending; ambitie; applicatie; arbeidzaamheid; behandeling; boordsel; devotie; drang; eerzucht; galon; gebruik; genegenheid; hantering; ijver; ijverigheid; industrie; inzet; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; omzoming; oplegsel; overgave; passement; programma; tak van nijverheid; toegewijdheid; toepassing; toewijding; trouw; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid; zakelijke toepassing; zorgzaamheid
|
but
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; bedoeling; beduidenis; beduiding; beogen; betekenis; doel; doel bij voetbalwedstrijd; doelpunt; doelstelling; doelwit; einddoel; goal; intentie; mikpunt; moedwil; oogmerk; pogen; schietschijf; streven; streven naar; trachten; treffer; voornemen
|
cible
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
doel; doel bij voetbalwedstrijd; doelschijf; doelwit; einddoel; goal; intentie; mikpunt; moedwil; schietschijf; voornemen
|
consécration
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
aanhankelijkheid; affectie; devotie; gehechtheid; genegenheid; heiliging; ijver; inauguratie; inhuldiging; initiatie; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; inzet; overgave; toegewijdheid; toewijding; trouw; verknochtheid; wijding; wijdingsdienst; zegening; zorgzaamheid
|
dessein
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
intentie; moedwil; opzet; plan; toeleg; voornemen
|
destination
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
bestemming; doel; doel-; doelvoorziening; eindpunt; intentie; lot; lotsbestemming; moedwil; reisbestemming; reisdoel; voornemen
|
dévouement
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
aanhankelijkheid; affectie; ambitie; devotie; eerzucht; gehechtheid; genegenheid; ijver; inzet; overgave; toegewijdheid; toewijding; trouw; verknochtheid; zorgzaamheid
|
effort
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
fysieke inspanning; inspanning; krachtsinspanning; krachttoer; poging; proberen; trachten
|
enjeu
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
geld inzetten; inzet; inzetten; pot; poule; speelgeld
|
intention
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; bedoeling; beduidenis; beduiding; beogen; betekenis; denkbeeld; doel; geest; geneigdheid; gerichtheid op; gezichtspunt; idee; inhoud; intentie; interpretatie; inzicht; lezing; mening; moedwil; neiging; oogmerk; oordeel; opinie; opvatting; opzet; oriëntatie op; plan; pogen; standpunt; strekking; streven; streven naar; tendens; teneur; toeleg; trachten; trend; visie; voornemen; zienswijze
|
mise
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
aanleggen; aanwending; bod; gebruik; geld inzetten; gokken; inlay; inzet; inzetten; kledij; motie; pot; poule; propositie; speelgeld; toepassing; voorstel; voorstel doen
|
mise à prix
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
aanwending; gebruik; inzet; prijsstelling; toepassing
|
objectif
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
doel; doelstelling; doelwit; intentie; mikpunt; moedwil; oogmerk; schietschijf; toeleg; voornemen
|
tentative
|
doel; doeleinde; inzet; streven
|
aanslag; experiment; impact; inspanning; poging; proberen; proef; proefneming; trachten
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
objectif
|
|
koel; koud; neutraal; objectief; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; onpartijdig; onzijdig
|