Dutch
Detailed Translations for gebondenheid from Dutch to French
gebondenheid:
-
de gebondenheid (het gebonden zijn; band; binding)
-
de gebondenheid (binding; band)
Translation Matrix for gebondenheid:
Related Words for "gebondenheid":
gebondenheid form of gebonden:
-
gebonden (niet vrij)
Translation Matrix for gebonden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
lié | aanknopen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
lié | gebonden; niet vrij | aaneengesloten; aangesloten; een eenheid vormend; eendrachtig; eensgezind; geboeid; harmonieus; obligaat; obligatoir; onvrij; saamhorig; samenhangend; vastgebonden; vastgemaakt; verbonden; vereist; verenigd; verplicht |
occupé | gebonden; niet vrij | actief; bedrijvig; bezet; bezig; druk; onledig; onledig houden met |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
engagé | gebonden; niet vrij | obligaat; obligatoir; onvrij; vereist; verplicht |
obligé | gebonden; niet vrij | dankbaar; erkentelijk; obligaat; obligatoir; vereist; verplicht |
tenu | gebonden; niet vrij | obligaat; obligatoir; vereist; verplicht |