Dutch
Detailed Translations for gefonkel from Dutch to French
gefonkel:
-
gefonkel (glinstering; fonkeling)
Translation Matrix for gefonkel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
scintillement | fonkeling; gefonkel; glinstering | flakker; flakkering; flikkering; fonkelen; fonkeling; geflikker; geglinster; glans; glinstering; glitter; luister; schijn; schitteren; schittering; sprankelen; vonk |
éclat | fonkeling; gefonkel; glinstering | blinken; deining; diggel; dreun; emotionele uitval; flakker; flakkering; flikkering; flonkering; geflikker; geglinster; glans; glanzen; glimmen; glinstering; gloed; haarkrul; klap; knal; krul; kwak; luister; ontlading; ophef; plotselinge uitbarsting; scherf; schijn; schitteren; schittering; smak; splinter; uitbarsten; uitbarsting; uitval; vonk; vulkaanuitbarsting |
étincellement | fonkeling; gefonkel; glinstering | flakker; flakkering; flikkeren; flikkering; flits; fonkelen; fonkeling; geflikker; geglinster; gesprankel; glans; glinstering; glitter; luister; schijn; schitteren; schittering; snel beeld; sprankelen; vonk |