Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. gemeubileerd:
  2. meubileren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gemeubileerd from Dutch to French

gemeubileerd:

gemeubileerd adj

  1. gemeubileerd

Translation Matrix for gemeubileerd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
meublé gemeubileerd

gemeubileerd form of meubileren:

meubileren verb (meubileer, meubileert, meubileerde, meubileerden, gemeubileerd)

  1. meubileren (inrichten)
    aménager; meubler; installer; outiller
    • aménager verb (aménage, aménages, aménageons, aménagez, )
    • meubler verb (meuble, meubles, meublons, meublez, )
    • installer verb (installe, installes, installons, installez, )
    • outiller verb

Conjugations for meubileren:

o.t.t.
  1. meubileer
  2. meubileert
  3. meubileert
  4. meubileren
  5. meubileren
  6. meubileren
o.v.t.
  1. meubileerde
  2. meubileerde
  3. meubileerde
  4. meubileerden
  5. meubileerden
  6. meubileerden
v.t.t.
  1. heb gemeubileerd
  2. hebt gemeubileerd
  3. heeft gemeubileerd
  4. hebben gemeubileerd
  5. hebben gemeubileerd
  6. hebben gemeubileerd
v.v.t.
  1. had gemeubileerd
  2. had gemeubileerd
  3. had gemeubileerd
  4. hadden gemeubileerd
  5. hadden gemeubileerd
  6. hadden gemeubileerd
o.t.t.t.
  1. zal meubileren
  2. zult meubileren
  3. zal meubileren
  4. zullen meubileren
  5. zullen meubileren
  6. zullen meubileren
o.v.t.t.
  1. zou meubileren
  2. zou meubileren
  3. zou meubileren
  4. zouden meubileren
  5. zouden meubileren
  6. zouden meubileren
diversen
  1. meubileer!
  2. meubileert!
  3. gemeubileerd
  4. meubilerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for meubileren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aménager inrichten; meubileren arrangeren; huis inrichten; iets op touw zetten; regelen
installer inrichten; meubileren aanbrengen; aanleggen; bevestigen; bijzetten; deponeren; ergens aan bevestigen; inaugureren; inhuldigen; inrichten; installeren; inwijden; leggen; monteren en aansluiten; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; plaatsen; plechtig bevestigen; vastmaken; vastzetten; wegleggen; zetten
meubler inrichten; meubileren
outiller inrichten; meubileren

Wiktionary Translations for meubileren:

meubileren
Cross Translation:
FromToVia
meubileren garnir; meubler furnish — to provide with furniture

External Machine Translations: